Anthologie Dans op Expo 58
Eind 2005 kwamen de historicus Staf Vos, de theaterwetenschapper Lieve Dierckx en Sarma samen met als gemeenschappelijke interesse Expo 1958 en de invloed van deze Wereldtentoonstelling op de ontwikkeling van de Belgische danskritiek. Het resultaat van de samenwerking is een kleine anthologie bestaande uit een dertigtal teksten. De meeste daarvan werden geschreven door Marcel Lobet, een criticus die destijds veel aandacht besteedde aan de Expo; daarnaast werden een aantal sleutelteksten van zijn tijdgenoten geselecteerd. Staf Vos leidt de anthologie in met een omkaderende tekst. Verder vroegen we aan Eric De Kuyper om de tekstcollectie te becommentariëren in een artikel voor Etcetera en een video lecture.
Met de anthologie rond Expo ’58 zet Sarma haar onderzoek naar de wortels van de hedendaagse danskritiek voort. Een eerste stap in die richting werd genomen met de anthologie rond Eric de Kuyper, een criticus die actief was in de jaren ’60 en tot op vandaag blijft schrijven over dans.
Opzet van de anthologie
Expo 58 was de eerste Wereldtentoonstelling na de Tweede Wereldoorlog. Tot op vandaag werd in terugblikkende literatuur opvallend weinig aandacht besteed aan de anders wel prominente plaats die dans innam op het artistieke programma van de Expo. De aanwezigheid van internationale dansgezelschappen veroorzaakte nochtans een ongeziene belangstelling van de Belgische tijdschriften voor danstheater en folkloristische dans. Expo 58 werd dan ook een belangrijke leerschool voor de Belgische recensenten. In hun speciale rubrieken promootten zij dans en lichamelijke expressie als modieuze symbolen voor een maatschappij gestoeld op culturele en technologische vooruitgang, maar met oog voor humane waarden. Ze hadden het hoog op met de academische ballettraditie en folkloristische of exotische dans, maar waren vooral gefascineerd door een aantal moderne balletgezelschappen, met als voortrekkers Jerome Robbins en Maurice Béjart. Hoewel hun voorzichtig 'humanistisch modernisme' sterk bekritiseerd werd door de volgende avant-gardegeneratie, zou hun theoretisch discours en hun esthetisch begrippenkader toch een grote invloed uitoefenen op de perceptie van het grote publiek.
De anthologie over danskritiek rond Expo 58 focust op Franstalige teksten, gepubliceerd in de neutrale Brusselse krant Le Soir en het tijdschrift Les Beaux-Arts. Dit laatste werd wekelijks uitgegeven door het Paleis voor Schone Kunsten en deed dienst als officiële Festivalbrochure. In Brussel waren dans en danskritiek in de late jaren vijftig hoofdzakelijk Franstalige aangelegenheden. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw waren in België pogingen ondernomen om een onafhankelijk Vlaams/Nederlandstalig cultuurleven op te zetten. In Brussel wierpen deze wat betreft dans veel minder vruchten af dan in Antwerpen, waar in 1923 met veel succes een ballet was opgericht aan de Vlaamse Opera.
De belangrijkste critici in deze anthologie, Marcel Lobet en Georges Sion, ontpopten zich in hun verslaggeving over het Wereldfestival op de Expo tot specialisten inzake dansgeschiedenis, zij het met een ambigue kijk op moderniteit, lichaamstaal en internationale cultuur. Hun ambivalente opvattingen waren echter niet toevallig of vreemd voor die tijd, maar geworteld in de context van, enerzijds, een op Frankrijk georiënteerde dansesthetiek en anderzijds de officiële 'humanistische' ideologie van Expo 58.
Toelichting bij de selectie
Uitgangspunt voor SARMA was de systematische en volledige excerpering van Le Soir en Les Beaux-Arts voor het jaar 1958. Het Brusselse kwaliteitsdagblad Le Soir werd in 1887 als neutrale onderneming opgericht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam die neutraliteit in het gedrang, toen de titel werd ‘gestolen’ door een collaborerende redactie en nadien opnieuw door het verzetsfront. Sinds 1944 verschijnt de krant weer in haar oorspronkelijke hoedanigheid, tot op vandaag in eigendom van de firma Rossel. Les beaux-arts: journal d’information artistique, peinture, sculpture, architecture, arts décoratifs, musique, littérature, théâtre, cinéma verscheen van 1930 tot 1970 met variërende ondertitel. Het breed informerende, artistieke programmablad werd uitgegeven door de Société auxiliaire des publications du Palais des Beaux-arts de Bruxelles.
De combinatie van voornoemde bladen geeft een goed beeld van de plaats die danskritiek vóór, tijdens en na de Expo innam. De anthologie biedt een selectie full text-artikels die grotendeels representatief is voor de verscheidenheid aan thema's en genres en auteurs die in één kalenderjaar aan bod kwamen. Niet enkel teksten over voorstellingen op de Expo zelf werden opgenomen. Uit Le Soir selecteerden we verslaggeving, essays, een interview, aankondigingen en korte aankondigingen ‘Courrier Lettres Arts Sciences’. Over dans schreef in de eerste plaats Marcel Lobet, wiens journalistiek de hoofdbrok van de anthologie vormt. Kunstcriticus Paul Caso lichtte de algemene ideologie van de artistieke evenementen op de Expo toe. Les Beaux-Arts kende reguliere verslaggeving (met een aparte rubriek over het artistieke leven in Parijs), een essayistische ‘Carnet du critique’ en aankondigingen. De voornaamste recensent was hier de theaterauteur Georges Sion, naast André de la Mar, muziekcritica Monique Verken en de Franse danscritica Françoise Reiss. André Scohy, verantwoordelijke van de Afrikaanse uitzendingen van Radio Congo Belge, verzorgde er in 1958 een meerdelige reeks over Afrikaanse dans in Belgisch Kongo.
Tijdens de Expo voerden Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland, België, de Verenigde Staten, Spanje en Joegoslavië hun meest toonaangevende dansgezelschappen op, hetzij op het Wereldfestival, hetzij in de nationale paviljoenen. Onder meer het American Ballet Theatre, het Ballet USA, het Royal Ballet, het Ballet de l’Opéra en het Nederlands Ballet vochten in enkele balletklassiekers het monopolie van het Bolshoï Ballet op rigoureuze disciplinering van het lichaam aan. Igor Moïsseev verdedigde het Russische socialisme met modernistisch folklorisme, Jerome Robbins pareerde met Amerikaanse matrozen en jazz-stijl. Het meest opzienbarend waren de balletten op concrete muziek van Maurice Béjart op de Internationale Dagen van de Experimentele Muziek. Daarnaast waren er de Kongolese dansers van Changwe-Yetu, Chinese opera en folkloristische groepen uit Turkije, Finland, Israël, en de Filippijnen. De anthologie geeft besprekingen weer van de belangrijkste van deze voorstellingen, aangevuld met enkele reflecties over de dansscène in de Belgische provincies en Parijs.
De internationale relevantie van de thema’s die in deze Brusselse danskritiek aan bod kwamen, blijkt uit de internationale enquête die de belangrijkste criticus uit deze anthologie, Marcel Lobet, het jaar voordien voerde in opdracht van het Institut International du Théâtre en de Unesco. Lobet was gevraagd een beschouwend artikel te schrijven voor Le Théâtre dans le monde (themanummer ‘Danse et la vie’) over de situatie van de dans en zijn toekomstperspectief. Hij baseerde zijn essay op de antwoorden die eminente dansers, choreografen, componisten en critici hadden ingestuurd op acht vragen. Op de lijst staan onder meer Béjart, Moïseev, Frederick Ashton, Janine Charrat, Jean Cocteau, Birgit Cullberg, Anton Dolin, Margot Fonteyn, Françoise et Dominique, Martha Graham, Arnold Haskell, Doris Humphrey, José Limon, Helen Tamiris e.a. De vragen gaan over precies dezelfde hete hangijzers als die de dans op de Expo zou opwerpen, met name de noodzaak aan maatschappeljike of zelfs politieke betrokkenheid van dans, de kwesties van abstracte dans, Amerikanisme en moderniteit, verhouding tot theatraliteit en music-hall en zo meer.
Tot slot wordt de anthologie vervolledigd met tekstmateriaal uit monografieën of monografische artikels gepubliceerd door Lobet en Sion in de tweede helft van de jaren 1950, die hun kritische activiteit verder contextualiseren.
Voetnoten De anthologie biedt een selectie uit een breder en groter corpus artikelen over dans en theater in Le Soir en Les Beaux-Arts van 1958. Onderzoekers kunnen het volledige archief met digitale foto’s, alsook de bijhorende databank met korte beschrijving, op het kantoor van Sarma raadplegen, mits aanmelding en motivatiebrief aan contact.sarma@gmail.com Sarma heeft geprobeerd alle auteursrechten in orde te brengen. Personen die zich in hun rechten benadeeld voelen kunnen contact opnemen. Niet alle teksten gaan over voorstellingen die op de Expo zelf te zien waren; deze teksten zijn thematisch of chronologisch gerelateerd aan Expo 58. Met dank aan Marc Lobet, Albert Burnet en Jeanne Brabants, e.a. voor de steun.
Zie onderaan de Engelse pagina voor een overzicht van het tekstmateriaal in de anthologie
Results 1-20 of 34, page 1 of 2 ⟶
Results 1-20 of 34, page 1 of 2 ⟶