Een storm aan beelden
Joanne Leighton en Vera Mantero op Bellona-Brigittinen
Joanne Leighton en Vera Mantero deelden vorige woensdag op het Bellona-Brigittinenfestival samen de affiche. Dat keerde zich uiteindelijk tegen Leighton: in het licht van Vera Mantero's radicale en consequente gekte kwam haar solo Frock des te zoutlozer over.
Joanne Leighton is een naam die sinds kort regelmatig opduikt in de Brusselse dansscène. Leighton was assistent van Wim Vandekeybus bij Her body doesn't fit her soul, en gaf lessen in bewegingstechniek aan diverse dansgezelschappen, zoals dat van Nadine Ganase, Michèle Anne De Mey en Thierry Smits. Met haar jonge groep Velvet creëerde ze vorig seizoen twee groepsstukken, Cod Piece en Flesh. Tussen dat ensemblewerk door is Frock, dat ze eerder al in Plateau presenteerde, een solo-uitstapje.
Frock betekent jurk, en dat is wat de openingsscène ons meteen wil laten verstaan. In een open cirkel, omrand door knikkers en laaghangende gloeilampen, wordt een jurk, die op de grond uitgespreid ligt, heel even in de kijker gezet. Leighton is dan nog niet op, de ruimte is leeg, alle aandacht gaat naar het kledingstuk, een lege vorm, een omhulsel, een belijning.
Even later gaat Joanne Leighton op die jurk staan, als op een badmatje. Ze strijkt langs haar lange blonde haar, dat ze laat wapperen, waaien, zwieren. Eerst lijkt het een eenvoudige, dagelijkse handeling van een vrouw die haar haar wast of kamt. Maar de frenetieke herhaling van die beweging en de afgemeten afwisseling met gestes als het vegen van de mond en het laten glijden van een arm langs een been tillen zo'n herkenbaar gegeven snel op tot een gestileerd niveau.
Dan trekt Leighton de jurk - het blijkt een Chinees gevalletje te zijn - aan en verkent de cirkel waarin ze als een mot in een lichtbundel gevangen zit. Het lichaam springt, valt, draait en keert, schokt en tolt, zonder dat dat bijster boeiend is om naar te kijken. Associaties flisten je wel door het hoofd (Leighton als een heks in een heksenkring), maar ze gaan niet klitten, ze blijven stromen op de prikkel van een prentje, zonder gevolg.
Frock lijkt nog het meest op een seance waarin Leighton niet zozeer de verkenning van bewegingsmogelijkheden centraal stelt, als wel het onderzoek naar wat precies de kwaliteit van een beweging uitmaakt, waarin zijn emotionele en fysieke reikwijdte ligt. Ze wil daarbij vooral de beweging 'auratiseren', maar doet dat te vaak op een manier die herinnert aan de oppervlakigheid van een video-clip (het zwaaiende haar, een verleiding in slow motion). Veel verder dan overgeëxposeerde zelfbeleving reikt dat vooralsnog niet.
Beeldenbestormer
De Portugese choreografe Vera Mantero neemt een heel andere piste. Met Para enfastiadas e profundas tristezas (Portugees voor Voor verveelde en diepe verdrieten) daalt Mantero tot diep in de mens af, om er op een groteske waanzin te stoten. Wat je ziet is een buitensporige, maar bijzonder aanstekelijke ontsporing in de derde graad.
In het eerste deel gaan drie danseressen, helemaal vooraan voor het publiek opgesteld, zichzelf te buiten aan tal van absurditeiten. Silvia Real schiet met een kinderpistool in haar billen, buik en borsten, of probeert haar rimpels glad te strijken met een strijkijzer. Lilia Mestre laat knoflook aan haar jaretellen bengelen, terwijl Vera Mantero haar oor begiet als was het een plantje, een Medusa-hoofd in de lucht slingert, of het wit van haar ogen toont. De drie loeien, kakelen, kreunen, dreunen, sissen, neuriën en grommen wartaal, ze krabben, klauwen en ballen hun vuisten.
Hoe chaotisch deze act ook is, toch wordt ze nooit gratuit, omdat alle overdaad in de strakke vorm van een demonstratie geklonken zit. De nonsense die de danseressen uitkramen heeft de muzikaliteit van een dadaïstisch klankgedicht; de handelingen doen een eigen logica vermoeden. Ook in het tweede deel gaan beheersing en overgave merkwaardig genoeg hand in hand, wanneer het drietal met de hulp van schuine staanders een dansje uitvoert dat alles letterlijk én figuurlijk op de helling zet.
De hele choreografie is een assemblage van poses en symbolen die telkens weer als krakkemikkige gebouwtjes in elkaar storten. De houding van een Jezus aan het kruis zakt in elkaar als een pudding, een vierde balletpositie met de armen sierlijk in een boog ontaardt in een monsterlijke figuur. Het is une danse sauvage, waarin verwijzingen naar het katholicisme, natuur en cultuur voortdurend tegen elkaar opbotsen. En met het knettergekke muziekje van Janis Joplin (Oh Lord, won't you buy me a Mercedes Benz) op de achtergrond, door Sergio Pelagio op een beat gezet, krijgt dat het allure van een potsierlijke afrekening met tradities en conventies.
Daarmee deelt Vera Mantero de behoefte van andere Portugese choreografen als Francisco Camacho, Clara Andermatt, Silvia Real om grenzen te verleggen, een radicale daad te stellen. Maar haar beeldstormerij heeft meer effect: het veroorzaakt een storm aan beelden.
Tourinformatie: Vera Mantero staat met Para enfastiadas e profundas tristezas nog op het Leuvense Klapstuk in oktober, en reist later naar De Kortrijkse Schouwburg.