'Kijk, in het leven zit het zo'
Een confrontatie van dans en theater behoort reeds enkele jaren tot het parcours van Rosas, de artistieke verwondering die eruit volgt duurt nog steeds voort. ‘In Real Time’, dat in première gaat op het KunstenFestivaldesArts, vertrekt vanuit de goesting van drie gezelschappen om samen te werken: Rosas, Tg STAN en Aka Moon. Het stuk is zijdelings een reflectie op podiumkunsten bij de overgang naar een nieuwe eeuw, maar is eveneens een groepsportret van 22 mensen op scène. In het vanzelfsprekende samengaan van grote verhalen en kleine bekommernissen lijken kunst en leven zich aan elkaar te spiegelen. Anne Teresa en Jolente De Keersmaeker lichten een en ander toe.
Een samenwerking van danscompagnie Rosas, Toneelspelersgezelschap STAN en jazzensemble Aka Moon stond er al enige tijd aan te komen. In ‘Just Before’ (1997), ‘Quartett’ (1999) en ‘I Said I’ (1999) verzorgden Anne Teresa en Jolente De Keersmaeker samen de regie, en doken ook acteur Frank Vercruyssen en saxofonist Fabrizio Cassol al eens op. In ‘In Real Time’ staan ze er allemaal tezamen, 4 acteurs, 14 dansers en 4 muzikanten. Het verlangen van 22 mensen om samen te werken, samen op scène te staan leidde het creatieproces en daarmee ook de opbouw van de voorstelling. Begin en einde zijn een confrontatie van disciplines, om nieuwe uitdagingen aan de dans te ontlokken, alsook aan theater en muziek. Tegelijk is het stuk een confrontatie van mensen.
Concreet gingen ze met zijn allen rond de tafel zitten, waarbij theaterschrijver Gerardjan Rijnders werd uitgenodigd om de gesprekken te volgen en op basis daarvan een tekst te schrijven, vertelt Jolente De Keersmaeker: ‘De gesprekken gingen over uiteenlopende onderwerpen, het was een mengelmoes van heel persoonlijke dingen, van angsten en hoop die mensen hebben bij de overgang naar een nieuwe eeuw. Rijnders had al snel het idee om te werken met de rollen van een man en een vrouw, als een lijn doorheen het stuk. Daarnaast zijn er allemaal korte dialogen, ook op basis van stukjes tekst die iedereen had meegebracht. Wij hebben er een scenario van gemaakt en de tekst verdeeld, rekening houdend met wat iedereen aanvankelijk gezegd had of graag in de voorstelling wilde zeggen.’
Reeds tijdens de gesprekken begonnen acteurs, dansers en muzikanten materiaal te ontwikkelen rond de thema’s die er aan bod kwamen. ‘We zijn allemaal tezamen op beweging en op tekst beginnen werken, zowel dansers als acteurs. Ondertussen volgden de muzikanten de repetities. Zo ontstond er een gezamenlijke sfeer, omdat iedereen wist waar de anderen mee bezig waren,’ zegt Anne Teresa De Keersmaeker. ‘Dans en tekst lopen voornamelijk parallel in het stuk, dansers acteren en acteurs dansen, de muzikanten spelen enkel. Ieder vertrekkend vanuit zijn eigen domein, zijn de dingen elkaar beetje bij beetje beginnen kruisen. Het samenbrengen van dans, muziek en tekst, in welke kunstvormen tref je dat aan? In musicals, in Grieks theater, in het Japanse No, eventueel in danstheater. Alles samenbrengen in een geheel waar ook elke medium volwaardig kan zijn, dat is een grote uitdaging.’
Interferentie
Haast op een organische wijze lijkt ‘In Real Time’ tot stand gekomen, waarbij het resultaat toch steeds weer een zoektocht naar een symbiose van disciplines en mensen is. Op scène moet het gebeuren, telkens opnieuw. Jolente De Keersmaeker: ‘De manier waarop STAN werkt heeft te maken met het hier en nu, het gaat extreem over het moment van de voorstelling. Het moment waarop je met de tekst als partituur steeds weer een zo levend en momentaan mogelijke voorstelling tracht te maken. Waarbij je niets ontkent op het ogenblik dat je speelt of een tekst voordraagt. Nu je tegelijk speelt en danst wordt je met iets totaal anders geconfronteerd: bij het zeggen van een tekst in combinatie met beweging, gebeurt er gewoon iets met je lichaam, letterlijk. Door die body language krijg je een onderstroom die je moeilijk op voorhand had kunnen bedenken.’ Anne Teresa De Keersmaeker vult aan: ‘Er zijn een aantal dingen die erg specifiek worden. Je krijgt de tekst van het woord en de tekst van de beweging die interfereren met elkaar, je krijgt andere lijnen. Er gebeuren vaak dingen die je zelf niet had kunnen voorzien, ook inhoudelijk.’
‘Kijk, in het leven zit het zo: er zijn altijd een dingen die je het best en het mooist kunt uitdrukken met het lichaam, maar er zijn ook dingen die je onmogelijk kunt uitdrukken met het lichaam. Dingen waarvoor je woorden nodig hebt, of dat nu over de liefde gaat, of over kinderen. Een kind heeft op een bepaald moment de nood om te spreken, gewoon omdat het iets wil uitleggen waar woorden voor nodig zijn. Als je aan het werken bent is dat net hetzelfde. In ‘In Real Time’ drijven we de twee uit elkaar naar uitersten, om ze daarna weer te laten samenkomen. Door lichaamstaal naar extremen te voeren wordt ze nog expressiever. Door ze vervolgens terug met tekst te confronteren kom je tot een soort alchemie die weer anders is.’
Jolente De Keersmaeker vervolgt: ‘Je krijgt een dialoog met je woorden en je lichaam, en die dialoog die je in jezelf voelt gaat nog eens over naar iemand anders, of naar het publiek. Het gebeurt niet eens bewust. Als Anne Teresa bijvoorbeeld aan mensen vraagt om een transformatie uit te voeren met een dansfrase, op een persoonlijke wijze, krijg je onmiddellijk een smaak mee van wat mensen willen zeggen. Je krijgt persoonlijkheden, iedereen legt iets van zichzelf bloot door om te gaan met dat materiaal. Als je daarbij nog eens die tekst voegt, heb je een hulpmiddel om dat te beklemtonen. Vanuit de dans en vanuit de tekst laten mensen een stukje van zichzelf zien. Je bent altijd op zoek naar een soort kwetsbaarheid, een poging zoveel mogelijk te laten zien, zo open mogelijk te zijn om een zo direct mogelijke confrontatie van jezelf met zowel dansmateriaal als tekstmateriaal aan te gaan. Je probeert zo kwetsbaar mogelijk te zijn tegenover het materiaal.’
Door verschillende disciplines te mengen wordt die kwetsbaarheid aangewakkerd, acteurs en dansers begeven zich op onbekend terrein. Toch staat een ontplooiing van de disciplines op zich nog voorop, dansers en acteurs hebben immers van elkaar te leren, hun mogelijkheden hebben een andere reikwijdte. ‘Als ik met een dansfrase begin te werken heb ik uiteraard niet de bagage die iemand heeft die al tien jaar danst,’ zegt Jolente De Keersmaeker. ‘Die kan meteen een bepaalde bewegingstaal kiezen, weet meteen hoe ermee om te gaan. Als datzelfde aan mij wordt gevraagd als ik hier binnenkom, doe ik er uiteraard iets anders mee. Zo groeit er wel een grote nieuwsgierigheid naar elkaars benadering. Soms heb ik dat gevoel als ik dansers teksten zie voordragen. Die simpele, normale benadering van: dit is de tekst, dit ben ik, en nu zeg ik deze tekst, op een concrete manier, die is bij veel acteurs al ver te zoeken.’
Hechtingen
Kwetsbaarheid op het niveau van de disciplines brengt ons terug bij de gesprekken met Rijnders, toen nog aan de vooravond van een nieuw millennium – een onvermijdelijk onderwerp. Wat brengt de toekomst? Waarvoor ben je bang? Hoe gaan we om met datgene wat rondom ons gebeurt? ‘In het begin merkte je al heel snel dat het om een groot thema gaat, maar de manier waarop Gerardjan het verwerkt heeft maakt het ook heel klein,’ zegt Jolente De Keersmaeker. ‘Er staat nooit letterlijk in de tekst ‘ik ben bang’, het wordt niet benoemd. Het gaat eerder om een state of mind waaraan je op alle niveaus aan deelneemt, als persoon, als performer en als groep van mensen. Als je geen verhaal vertelt met een begin, een evolutie en een slot, kom je zo bij een soort status quo terecht. Je blijft bij de illusies van 22 mensen die vragen te stellen, terwijl de antwoorden achterwege blijven. Ik denk overigens niet dat we een antwoord gaan vinden. Je merkt dat het niet eenvoudig is om met 22 mensen om te gaan; het is al niet gemakkelijk om met twee mensen om te gaan, laat staan met 22. Dat leg je dan ook bloot, door het niet te benoemen, door geen duidelijke statements te maken.’
Geen discussies over politiek dus, al sluimert er wel een maatschappelijke laag in de voorstelling, vindt Anne Teresa De Keersmaeker: ‘Het gaat om de vraag wat je belangrijk vindt om over te spreken. Vaak kwamen we op een punt dat het moeilijk was om statements te maken. Wat we gemeenschappelijk hadden was een gehechtheid aan mensen, aan dingen, gewoon aan het leven. Wat we allemaal tezamen het meest konden was vragen stellen, als groep een statement maken was onmogelijk. Die complexiteit wilden we aanvaarden, in plaats van ze weg te werken.’
De groep vindt overigens haar plaats in een steeds ingewikkeldere wereld waarin communicatie en informatie steeds sneller verlopen. Meer dan ooit worden we langs alle zijden bestookt met vragen. ‘Anderzijds, wat er ook op je afkomt, wat je ook doet, je blijft een honger hebben naar antwoorden. Dat stopt niet, ook al denk je soms dat er veel te veel is om het nog te volgen,’ weet Jolente De Keersmaeker. ‘Tijdens de gesprekken kwamen er op het einde op de vraag waarvoor je bang bent soms antwoorden als: ik ben bang dat ze morgen mijn fiets gaan stelen. Je komt terecht bij zoiets eenvoudig, terwijl je misschien twee uur gediscussieerd hebt om ertoe te komen. Het spanningsveld tussen het kleine en het grote is steeds aan de orde. Als je een politiek statement maakt zit er een emotioneel moment in. Ook een persoonlijk statement is steeds gekleurd door beide, de dingen lopen altijd door elkaar. Hoe groot het kleine kan zijn en hoe klein het grote, dat komt altijd terug.’