Voorbij de aanraking

Philipp Gehmacher met 'Incubator' in Berlijnse Hebbel am Ufer

De Morgen 8 Apr 2005Dutch

item doc

Verspreid in een uitgestrekte, kale ruimte staan twee mannen en twee vrouwen, in zichzelf gekeerd. Met hun armen tasten ze de ruimte rond hun lichaam af, traag en met een studieuze aandacht, alsof ze de leegte en afwezigheid rondom in kaart brengen. Regelmatig volgt een plotse, verkrampte beweging, waarin herinneringen opspelen die zich niet restloos laten integreren. Hou lang kunnen lichamen de herinnering aan een aanraking vasthouden?

Gelijkaardige armbewegingen keren terug bij de vier dansers, maar die stollen nooit tot een eenduidige, abstracte vorm, precies omdat mensen en lichamen nooit abstract zijn. En omdat de melancholie en het onvermogen tot communicatie in de weg zitten. Daar zit een sleutel tot Gehmachers formeel expressionisme in Incubator, dat voortdurend existentiële vragen uitlokt zonder zich van narrativiteit te bedienen. In hun weerbarstige houding vertellen deze lichamen al bijzonder veel.

Dit minimale landschap van armbewegingen en kleine verplaatsingen tranformeert niet enkel door dagzomende herinneringen. De dansers zoeken ook toenadering, houden zich op in elkaars nabijheid of raken elkaar aan, insisterend en haast mechanisch, eerder brutaal dan intiem. Is dit dan het contact waar de armbewegingen naar verwezen? Op enkele momenten voelt een danser zich aangetrokken tot het logge lichaam van een luidspreker die in de ruimte ligt, verlaat zijn verticale positie en legt zich ernaast. Kunnen objecten menselijke nabijheid vervangen?

Als een danser plots ophoudt en naar de muziekinstallatie loopt, kantelt de tijdruimte van het gebeuren helemaal. Is het mogelijk uit de gespannen situatie te stappen? Waar begint en eindigt het theater? En dan weerklinkt al even onverwacht een song van Johnny Cash of Beth Gibbons, of een stuk dialoog uit John Cassavetes’ ‘Woman under the influence’: fragmenten die een andere wereld binnenbrengen, die Incubator opladen met nieuwe betekenissen en affecten.

Incubator is een voorstellingsreeks die Philipp Gehmacher en co in vier etappes (her)creëren op basis van een gezamenlijk fonds aan vragen en materiaal. Bijzonder aan de Berlijnse versie is de geïmproviseerde vorm, die treffend samengaat met de onzekerheden die de lichamen op de bühne achtervolgen. Het risico van een voorstelling én een betekeniswereld die uiteen dreigen te vallen, wordt zo willens nillens gedeeld door de toeschouwer – er is geen veilig dramaturgisch vangnet.

Dat geldt ook voor de medewerkers aan het project: de dansers zetten door hun actieve inbreng het auteurschap van Philipp Gehmacher voortdurend onder spanning. De dromerige benadering van Sabina Holzer, het theatrale sérieux van David Subal en de beklijvende ingetogenheid van Clara Cornil verbinden Gehmachers bekende esthetiek en bewegingsmateriaal met hun persoonlijke mentale ruimtes.

Via herinneringen, muziek, de betrokkenheid van de toeschouwer en de beslissingsmarge van de dansers, maakt Incubator zijn titel waar: de problematiek van de (onmogelijke) ontmoeting springt steeds uit het reguliere theatrale kader, spreekt meerdere tijdruimtes aan op zoek naar betekenis. Incubator opent zo ook nieuwe sporen voor Gehmachers oeuvre, terwijl het de vertrouwde vragen met een grote helderheid en vormbesef op de planken brengt.