Is Horst Tappert wel Derrick?
Martin Nachbar en Mart Kangro/Thomas Lehmen op ‘Tanz made in Berlin’
Sinds een tweetal jaren zijn choreografen uit Berlijn niet enkel opvallend aanwezig op onze podia, de Berlijnse dans- en performancescène is momenteel een van de levendigste in Europa. Niet geplaagd door veel geschiedenis of sterke instituten, ziet een sterk aanwassende freie Szene er ontwikkelingskansen, ondanks een nijpend gebrek aan subsidies, geschikte dansopleidingen en kwaliteitsvolle kritiek. Hoewel het expressionistische Tanztheater nog altijd voet aan de grond heeft, laten jonge makers zich vooral in met performance en conceptuele vraagstellingen. De tweede editie van het promotiefestival ‘Tanz made in Berlin’ gaf een beeld van de productie, zij het met veel pril en middelmatig werk.
Een Berlijnse troef is de intensieve uitwisseling met Oost-Europa, op het festival vormgegeven in een reeks samenwerkingen met Estse choreografen. De interessantste was Out of Functions van Mart Kangro, die aan de haal ging met de toolbox en restanten van Thomas Lehmens recente project Funktionen. Op de wat vage auteurskritiek in Lehmens werk heeft hij geen antwoord, wel op de afstandelijke, enigszins ironische omgang met ‘dans’ in het Berlijnse conceptualisme. Lehmen wil de buitenwereld in de hermetische van de zwarte theaterdoos binnenbrengen, via ‘sociologisch’ onderzoek naar communicaties en hoe die mensen en hun rollen vormgeven – waarbij hij niettemin strandt in uitgesproken zelfreflexief podiumwerk.
In een kale ruimte demonstreren Kangro, Krõõt Juurak en Manuel Pelmus enkele readymade bewegingen, verbonden met hun ‘eerste herinnering’ of met bepaalde activiteiten zoals sport. Of zich daarbij de initiële context of de ‘mens achter de performer’ toont, is nog maar de vraag, wel is duidelijk hoe de dwaalwegen van het geheugen een eenduidige representatie tegenwerken. Zo maalt Juurak aardappelen en vlees in de soep met een verticale (!) passe-vite, een vreemd keukenmodel dat ze blijkbaar kopieerde uit een vroege theaterherinnering. Tussen al die doordachte proposities, brengt de Roemeen Pelmus kurkdroog enkele virtuoze bewegingen: een partijtje schermen of een reeks balletsprongen, simpelweg voorbij de ironie en de twijfel, op zoek naar de veerkracht van het strikte conceptualisme.
In de nieuwe solo Verdeckte Ermittlung, vangt ook Martin Nachbar aan met een virtuoze bewegingssequens als opmaat tot een vernuftige choreografie van verhalen en denkfiguren: een grillige dans in het halfduister, die om opheldering vraagt. Als een onvervalste Derrick vat hij zijn onderzoek van de scene of crime aan, traceert bewegingen die kort voordien plaatsvonden, stelt robotfoto’s samen van een dansend lichaam. Nadien ondervraagt hij ook een getuige, wiens verhaal volgens de regels ondersteund wordt door een positieve lichaamstaal en een bevestigend ‘mhm mhm’. Wat de getuige er niet van weerhoudt een hallucinant inferno in het theater te beschrijven.
Intussen vermenigvuldigen zich met de interventies ook de sporen in de ruimte, hun beschrijving en reconstructie, hun betekenis. Alsof Nachbar zich beweegt in een spookhuis dat bewoond wordt door allerhande vreemde aanwezigheden die hij niet kan achterhalen. Ook de toeschouwer dwaalt er rond als een soort ultieme getuige die ziet waar sporen samenklitten of de betrokkenheid van bepaalde personen duidelijk maken. Aan het einde ligt er op de scène een ongebruikt pistool: wat valt er eigen op te lossen, vond er überhaupt een misdaad plaats? Uiteindelijk belichaamt Nachbar ook verschillende rollen om zijn eigen blinde vlek te kunnen najagen, uit te maken wie de ‘echte Nachbar’ is en wie de ‘performer Nachbar’ – zijn Stephan Derrick en zijn acteur Horst Tappert wel een en dezelfde?
Doorheen de speelse dramaturgie van het forensische onderzoek roept Nachbar talrijke vragen over de identiteit van de performer op. En over die van de toeschouwer als getuige, en het aandeel van herinneringen, projecties en mentale reconstructies in de perceptie van dans. Dat maakt van Verdeckte Ermittlung conceptuele kunst in de breedste zin van het woord, zij het dat ook Nachbars uitzonderlijke beheersing als performer bijdraagt aan de subtiliteit van de voorstelling.