‘De conceptuelen? Ik wil er niet over praten!’
Petra Roggel over de dansweek in Kaaitheater
Om kort op de bal te kunnen spelen, liet het Kaaitheater enkele weken open in haar seizoensprogramma, die thematisch en ad hoc worden in gevuld. De Berlijnse Petra Roggel, die sinds een tijdje Johan Reyniers vervoegt als artistiek leider, geeft tekst en uitleg bij een uitgebreid dansweekend.
Gaat Kaaitheater er anders uitzien nu u deel uitmaakt van de artistieke leiding?
Petra Roggel: “Ik werkte de afgelopen jaren als manager van de choreografen Thomas Lehmen en Xavier Le Roy, daarnaast was ik curator van talrijke projecten waarin uitwisseling een belangrijke plaats innam. Uiteraard wil ik nu mijn horizon verder verbreden en tonen wat ik denk dat belangrijk is, en dat reikt van dans en performance tot theater en muziek. Duidelijk is dat performance vandaag aan belang wint, het is een genre dat onze tijd weerspiegelt en ook inzicht geeft in de werkwijze van kunstenaars vandaag. In Zuid- en Oost-Europa moest performance altijd afrekenen met een sterke theatertraditie, waardoor het genre nu op die plekken bloeit. In die richting wil ik dus zeker mijn antennes uitsteken.”
De belangrijkste dansgemeenschappen in Europa zijn die in Brussel en Berlijn. Hoe kijkt u daar als bevoorrechte getuige tegenaan?
“Oh, dat er deze week enkele Berlijnse choreografen in het Kaaitheater staan, kwam eigenlijk toevallig tot stand. Maar uitwisseling tussen beide gemeenschappen willen we wel stimuleren, zij het niet op de gebruikelijke manier: het is niet interessant om Berlijn hier in Brussel te promoten en omgekeerd. Je merkt dat talrijke kunstenaars de wereld rondreizen en interessante ervaringen opdoen waar je uiteindelijk als publiek nauwelijks in deelt. Ik zou graag de zaak omdraaien en de toeschouwers doen reizen, als het even kan met de trein, met een tussenstop in Keulen of zo. Maar dat is toekomstmuziek.”
Wat staat er deze week op het programma?
“We brengen Powered by Emotion van Mårten Spångberg en introduceren de Hongaarse Eszter Salamon met twee stukken. Een centrale kwestie in haar werk is steeds de blik op het vrouwelijk lichaam. In samenwerking met Monty en Vooruit lieten we drie nieuwe versies maken van Thomas Lehmens Schreibstück, wat eigenlijk een choreografische partituur in boekvorm is. Enkel het werkproces roept hier al complexe vragen op over auteursrecht, de rol van de producent, van Lehmen in relatie tot de choreografen die zijn partituur interpreteren et cetera. Over die kwestie houden we tussendoor ook een debat.”
Die choreografen worden meestal tot de ‘conceptuelen’ gerekend, waarover soms hevige debatten woeden…
“Ja, zelfs de KVS heeft nu een ‘ABC-dansreeks’: anything but conceptual! Mijn statement is dat ik er niet over wil praten! Waarom moeten we de zaken altijd simpeler willen voorstellen dan ze zijn? Uiteindelijk komt al die nood aan legitimatie en discussie uit bij een identiteitskwestie: een onwerkelijke angst bij sommige choreografen, vraag me niet waarom, maar het heeft te maken met het ‘vernietigen’ van de dans of zoiets. Kijk, de ene houdt zich bezig met bewegingsmateriaal, de andere met choreografie, een derde met hun mogelijkheidsvoorwaarden: die zijn allemaal nodig en verder is dat best een aardige werkverdeling.”