Eén zwaluw maakt al behoorlijk wat gespreksstof
Theatermaker Benjamin Verdonck bouwt een nest in de Brusselse Anspachlaan
Sinds enkele dagen lopen de mensen met geheven hoofd door de Brusselse Anspachlaan. Reden is dat er letterlijk iets in de lucht hangt: aan de glazen wand van het Administratief Centrum hangt op 31 meter hoogte een reusachtig zwaluwnest. De man die erin zit is theatermaker Benjamin Verdonck, die met zijn stedelijke interventie hirondelle/dooi vogeltje/the great swallow een blikvanger is van het KunstenFESTIVALdesArts. Dertig meter lager duurt de verbazing van voorbijgangers en kijklustigen voort: zo veel ontmoetingen hebben er nog maar zelden plaatsgehad, om nog te zwijgen van de verhalen en herinneringen die naar boven komen. En dat op een banaal kruispunt waar normaal enkel een busstation en een metrostop zijn.
Geen twee minuten hoef je er te staan kijken of er komen al mensen vragen stellen, nieuwsgierig om van gedachten te wisselen. Alsof jij wel weet hoe dat ding daar terecht is gekomen? Hoeveel ingeneurs of kranen er bij kwamen kijken? En wat het in godsnaam voorstelt? Ze vernamen ervan via krant of tv en komen een kijkje nemen. Een oude vrouw die om de hoek woont komt elke dag poolshoogte nemen. “Zaterdag is het gearriveerd en later zat er plots een man in. En heeft u dat ei gezien gisteren?” Een man van vijftig is stomverbaasd, “en dat in Brussel, dit zou de hoofdstad van Europa moeten zijn?!” Hij maakt er niets van, maar ontsteekt wel in een verhaal over de cowboys en indianen uit zijn jeugd als hij Verdonck met verentooi boven op het nest ziet staan. En even later kan hij zelfs een en ander over zijn moeilijke werksituatie kwijt. Maar dat nest? Twee Marokkaanse jongens vinden het dan weer grote kunst, zo’n gekte in het midden van de stad!
In 2000 bouwde Verdonck al eens een hut op het Baraplein in Anderlecht, op zeven meter hoogte. Gedurende twee weken heroriënteerde Bara/ke het sociale leven op en rond het plein, soms werd de grens tussen kunst en sociaal werk dun. De ‘Publiek domeinencyclus’ bracht Verdonck ook op het Sint-Jansplein in Antwerpen, en nu aan de Anspachlaan. In hirondelle/dooi vogeltje/the great swallow vertelt hij het tragische verhaal van “een man die KOMT, ZIET, SPREEKT en – in een poging zijn toehoorders te omarmen – VALT.” Elke dag creëert Verdonck een simpel beeld, voert kleine transformaties in zijn aanwezigheid door. Zwaaiend naar beneden communiceert hij over het grote kalkei dat op straat ligt, dan weer laat hij stro naar beneden dwarrelen of kijkt recht over Brussel uit.
Het is een eenvoudige ingreep met weinig ontwikkeling, maar voldoende om ruim dertig meter te overbruggen en voorbijgangers te betrekken in het gebeuren. Is dit overigens een installatie, performance, actie of interventie? Verdonck noemt zijn werk nadrukkelijk ‘theater’, ook al test hij de kracht ervan buiten haar normale context. Dat is niet enkel goed om gebruikelijke verwachtingspatronen te doorkruisen, wie zit er immers te wachten op een zwaluwnest in het midden van de stad? hirondelle is een geschenk aan de toevallige voorbijganger, die het vrij staat het al dan niet aan te nemen. Op een even ongedwongen als succesvolle manier draagt de voorstelling bij tot een bewust openbaar leven dat de Brusselse binnenstad doorgaans ontbeert. Een week lijkt daarbij lang genoeg om nieuwe verhalen en herinneringen op die plek in te schrijven. In één beweging lokt de voorstelling bovendien discussie uit over de rol van kunst in de publieke ruimte. Eén zwaluw maakt de lente niet?