Rosas duikt in Griekse mythe

Anne Teresa en Jolente De Keersmaeker over ‘Kassandra – speaking in twelve voices’

De Morgen 11 Mar 2004Dutch

item doc

Een Griekse mythe over de Trojaanse oorlog inspireerde choreografe Anne Teresa De Keersmaeker en theatermaakster Jolente De Keersmaeker tot een nieuwe samenwerking, Kassandra – speaking in twelve voices. Muziek van Filip Kowlier, een tekst van Oscar Van Woensel en twaalf dansers van Rosas geven stem aan de twijfel en machteloosheid van de helderziende Kassandra. Verhalen zijn nodig om het over de wereld te kunnen hebben. Een gesprek.

Het is al de vijfde samenwerking van de zussen De Keersmaeker rond tekst en beweging sinds Just before in 1997. Sindsdien wisselen tekst- en dansproducties elkaar af bij Rosas, worden verhalen eerst via tekst uitgespit en vervolgens naar een abstracter plan getild in beweging. Met Kassandra is weer een tekstvoorstelling aan de beurt, waarin de mythe en andere bronnen bijdragen aan een kritische blik op macht en imperialisme vandaag. Een van de stemmen die circuleerden tijdens het werkproces is die van de Indische schrijfster Arundhati Roy, die het volgende zegt: “Schrijvers denken dat ze hun verhalen uit de wereld rondom hen plukken. Ik begin te geloven dat ze dat uit ijdelheid denken. En dat hier eigenlijk het omgekeerde gebeurt: verhalen kiezen hun schrijvers uit.”

Kiezen verhalen ook hun dans- en theatermakers uit?

Jolente De Keersmaeker: “Als je op zoek bent naar een stuk en teksten leest, moeten sommige zaken blijven rusten, terwijl je bij andere meteen een gevoel hebt van ‘ja, we moeten dat doen, we moeten dat nú doen’. Dat heeft natuurlijk te maken met wat er zich op dat ogenblik in de wereld afspeelt, en hoe al die teksten en verhalen zich voortdurend verhouden tot wat er vandaag gebeurt. Daarin schuilt hun noodzaak, ook met dit verhaal van Kassandra en de Trojaanse oorlog. En tegelijk blijft er in de keuze daarvoor ook altijd een intuïtief gevoel dat je niet in woorden kunt vatten, het is belangrijk om ook daar oog voor te hebben.”

Anne Teresa De Keersmaeker: “Veel van mijn dansvoorstellingen zijn voortgekomen uit tekstproducties die in een eerste stadium inderdaad gebonden waren aan een verhaal. Ik heb het gevoel dat de dingen op een of andere manier zichzelf uitwijzen en plots kunnen samenvallen. Waar je mee bezig bent in relatie tot de wereld en met een bepaalde groep van mensen. Concreet articuleer je dat door met elkaar te spreken over dingen die gebeuren, dingen die we belangrijk vinden, dingen die ons na aan het hart liggen. Het idee van verhalen die zich opdringen heb ik vaak erg fel, al draag ik sommige dingen die ik in de wereld lees of bepaald materiaal lang met me mee, om ze op het juiste ogenblik naar buiten te kantelen.”

Waarom grijpen jullie vandaag terug naar oude mythen en tragedies?

Anne Teresa: “Het is geen Griekse tragedie, Oscar Van Woensel heeft een nieuwe tekst geschreven na talrijke gesprekken met ons en de dansers, we lazen samen teksten rond mythen en de figuur van Kassandra. Het verhaal van de Trojaanse oorlog is een verhaal over macht, imperialisme en destructie. De Griekse staten bundelden hun krachten en trokken naar het Oosten om zich toegang te verwerven tot de Hellespont en de kusten van Klein-Azië te kunnen controleren. Eigenlijk was het een economische oorlog, en dan is een parallel met vandaag snel getrokken.”

Jolente: “Die bekommernis om wat er in de wereld gebeurt worden afgewisseld met het verhaal van Kassandra’s dilemma, zoals ook Christa Wolf het beschrijft. Kassandra vraagt aan Apollo de gave te kunnen zien, maar vindt dat uiteindelijk verschrikkelijk: ze vertelt de waarheid maar wil dat tegelijk niet, omdat niemand haar gelooft en ze geïsoleerd raakt. En toch kan ze niet anders dan spreken. Die innerlijke tweestrijd brengt de tekst voorbij het pamflettaire. Het gevaar moralistisch te worden ligt heel erg op de loer als je over zo’n dingen spreekt, maar de poging om dat toch te formuleren vind ik ook vandaag heel belangrijk. Zo ga je wel eens op je bek, maar soms vind je er ook doeltreffende wegen voor.”

Anne Teresa: “Ik vind dat de noodzaak om juiste manieren te vinden om dat te formuleren groter is dan ooit. En het tegelijk niet uit de weg willen gaan, maar ook de juiste toon, de juiste vorm te zoeken om die betrokkenheid vorm te geven.”

Zien jullie voor kunstenaars een politieke taak weggelegd?

Anne Teresa: “Er zijn dingen die ik wil delen en waarover ik wil spreken. Je kijk op de wereld, dat is toch het punt van waaruit je vertrekt om iets naar een publiek te communiceren? Dat kun je alleen maar meenemen. Zelfs een formele voorstelling als Drumming heeft een zeker politiek gehalte, hoe onuitgesproken of onleesbaar dat misschien ook is. Het gaat over beslissingen en keuzes, over afspraken en vrijheid, over individuen die zich profileren, over hoe je de energie van mensen structureert, over hoe je tijd en ruimte opdeelt, en vooral over hoe mensen dat samen dragen in de onmiddellijkheid van een voorstelling. In al zijn spanning en zijn genot. Want plezier is er zeker, ook al is Kassandra misschien nogal zwart.”

Jolente: “Bij de dansers is er een enorme betrokkenheid geweest bij wat we voordroegen. Dat heeft te maken met een bepaalde instelling, namelijk dat je het noodzakelijk vindt dat je bepaalde dingen toelaat, dat je spreekt over wat je hebt meegemaakt of wat in de wereld gebeurt. Hoewel het niet altijd over aangenamen zaken gaat, brengt dat spreken ook een zeker plezier met zich mee.”

Anne Teresa: “Voor mij is het levensnoodzakelijk om het over de dingen te kunnen hebben, en tegelijk besef ik telkens weer dat het toch maar theater of dans is, de impact ervan beperkt.”

Jolente: “Misschien brengt het wel een zekere rust met zich mee, dat je leert uit de talrijke pogingen om het daarover te hebben. Rust is goed om het spreken accurater te maken, vastberadener ook, zodat het ook minder uitmaakt als anderen zeggen dat je dit of dat niet mag doen. Dat je je minder aantrekt van…”

Anne Teresa: “…wat de kranten schrijven!”