Op zoek naar ballet dat bij onze tijd aanknoopt
Kathryn Bennetts en Jan Nuyts worden nieuwe artistieke leiding Koninklijk Ballet van Vlaanderen
De Australische Kathryn Bennetts en de Vlaming Jan Nuyts zullen vanaf juli 2005 het Koninklijk Ballet van Vlaanderen artistiek leiden, zo raakte gisteren bekend. Het duo volgt de ontslagen Robert Denvers op. Bennetts staat bekend als de rechterhand van choreograaf William Forsythe. Adjunct Nuyts is vooral bekend als balletpedagoog. Bennetts wil vooral klassiek ballet vermengen met hedendaagse choreografieën.
De uitdaging waar de nieuwe directie voor staat is niet min: werken aan de internationale uitstraling van het KBvV, een zinvolle plaats voor ballet definiëren tegenover de hedendaagse dans, op zoek naar een jonger en breder publiek. En dat alles met een budget van circa vijf miljoen euro vanaf 2005.
Bennetts heeft een rijke internationale danscarrière achter de rug, onder meer bij het Australian Ballet en het Stuttgart Ballett. Ze geniet bekendheid als danspedagoog en vervoegde in 1989 het Ballett Frankfurt, waar ze balletmeester en rechterhand is van de wereldvermaarde choreograaf William Forsythe. De ervaring en contacten die ze daar opbouwde bieden een goede basis voor de ontwikkeling van hedendaagse werk binnen het KBvV, alsook voor het opzetten van internationale tournees.
Adjunct wordt Jan Nuyts, die internationaal ervaring heeft als danspedagoog. In ons land was hij onder meer co-directeur van Mudra te Brussel en doceerde hij aan Stedelijk Instituut voor Ballet in Antwerpen. Hij gaf les aan talrijke balletgezelschappen wereldwijd en is momenteel artistiek directeur van Yuu Kikaku Ltd in Tokio. Zijn achtergrond laat toe het pedagogische beleid van Denvers verder te zetten.
Denvers staat sinds 1987 aan het hoofd van de balletafdeling van het KBvV. Zijn beleid had een sterk pedagogische component erop gericht vanuit een academische basis het technische niveau van het gezelschap te verbeteren. De programmering was klassiek van strekking, gericht op het grote balletrepertoire. Wat maar niet lukte was het creëren van een ruimte voor hedendaagse creaties die een breder, ander en jonger publiek konden aanspreken: artistiek waren dat zelden hoogvliegers. Een aanzet tot een eigentijdse en gedurfder omgang met het repertoire kwam er wel, zij het na vijftien jaar, met de uitnodiging van Jan Fabre om Het Zwanenmeer onder handen te nemen.
Naast de weinig avontuurlijke koers was er nog iets wat de sector stak: niet enkel is het KBvV de grootste speler in het veld van de podiumkunsten, het gezelschap wordt ad nominatim gesubsidieerd. Het hoeft zijn artistieke opties dus niet voor te leggen aan een beoordelingscommissie. In oktober 2002 volgde een parlementair debat, waarna cultuurminister Paul Van Grembergen besloot dat het KBvV zich op zijn kerntaak moest toespitsen. Het gezelschap moet verder met minder middelen, de musicalafdeling wordt op het einde van dit seizoen opgedoekt en ondergebracht in een nieuwe organisatie. Robert Denvers en Linda Lepomme kregen ontslag. Vanaf maart 2003 werd gezocht naar een nieuwe directeur en nog geen jaar later is die vacature nu ingevuld.
In mei zal de nieuwe artistieke leiding zijn plannen bekendmaken, Kathryn Bennetts was alvast bereid een voorproefje te geven. “De agenda is duidelijk: een eigentijdse artistieke koers ontwikkelen voor een gezelschap met een klassieke basis qua techniek en repertoire,” stelt Bennetts. Hoe ze dat wil doen? “Door hedendaagse balletten te integreren in het repertoire. Uiteraard werk van William Forsythe, maar ook van anderen.”
Over een eigentijdse omgang met het klassieke repertoire, zoals Fabre met Het Zwanenmeer, heeft ze ook ideeën: “Het moet mogelijk zijn dat klassieke werk aan te bieden in een nieuwe vorm die het publiek van vandaag aanspreekt. Dat repertoire heeft nood aan een update, wat niet betekent dat elk werk meteen knotsgek of grillig hoeft te zijn. De vraag is eerder hoe je dat klassieke werk levendig houdt voor het huidige publiek. Voor de programmering zal ik dus op zoek gaan naar producties die in dat kader passen, creaties die aanknopen bij onze tijd. Dat ben ik heel beslist van plan.”
Het publiek is dus een bekommernis voor Bennetts: “Inderdaad, en je kunt het bijvoorbeeld vertrouwd maken met nieuwe genres door gemengde avondprogramma’s met klassiek en hedendaagse werk. De scheiding tussen beide genres is erg artificieel, het zijn geen twee gescheiden scènes, de dansers kennen elkaar, de choreografen kennen elkaar. Het heeft geen zin om de categorieën apart te houden, evenmin om institutionele redenen. Door uitwisseling creëer je immers een plaats in het landschap. Mijn concrete gedachten daaromtrent zet ik in mei uiteen.”
In mei 2004 vindt er al een eerste samenwerking plaats: Bennetts zal Forsythes ballet In the Middle Somewhat Elevated instuderen met de dansers van het KBvV. “Het is een prima gelegenheid om het gezelschap te leren kennen. Omgekeerd kunnen de dansers ook kennismaken met mij en mijn manier van werken,” vertelt Bennetts.
Ze kijkt ernaar uit om een tandem te vormen met Jan Nuyts: “We kennen elkaar al vijftien jaar, delen een grote interesse voor danspedagogie, alsook smaak en ideeën. Dat belooft een vlotte samenwerking te worden. Verder heb ik een groot respect voor hem als leraar en coach.” Beider achtergrond sluit dan ook goed aan bij het pedagogische en technische niveau van het KBvV. “Dat is ook essentieel,” beaamt Bennetts. “Het KBvV heeft een goede opleiding en hoge technische standaard. Die technische bagage is uitermate belangrijk voor de dansers, dat draagt bij tot de uitstraling op scène.”