Ontmenselijkt door angst

De Standaard 30 May 2003Dutch

item doc

Contextual note
Original version of newspaper review

LA is een voorstelling over angst. De lichamen van de dansers lijken tegen zichzelf te vechten. Ze gooien zich in een vruchteloze strijd tegen controleverlies. Tegen een kracht die hen dreigt te overmeesteren. George Khumalo maakt met LA een voorstelling over zijn eigen jeugd in Soweto. Wat hij toont is de prikkeldraad, de ontmenselijking, de ontreddering en de voortdurende dreiging van de buitenwijken.

De voorstelling vangt nochtans zeer sereen aan. In een opstelling van zes circulair opgestelde tribunes, lopen de drie dansers schijnbaar achteloos door elkaar. Geen enkel moment verliezen ze elkaar uit het oog. Ze lopen in patronen en cirkels om elkaar heen, kruisen elkaars pad, en lijken zich constant bewust van de blik van de ander. Geen moment keert de ene de ander de rug toe. Als waren ze allen in de ban van een onzichtbare dreiging, die enkel voor hen voelbaar is. Het is een eenvoudig opzet, dat zeer spannende beweging oplevert. De simpele snelheidsverschuivingen, van snel naar traag en omgekeerd, voegen een onweerstaanbare dynamiek toe aan de banale handelingen van de dansers.

In een volgend stuk lijken de dansers ten prooi aan stuiptrekkingen. Hun lichaam lijkt zich van zijn ledematen te willen ontdoen, in een uitzinnige ontreddering. Telkens is er één danser die buiten het gebeuren staat en toekijkt. Het is materiaal dat regelmatig in de voorstelling terugkeert. In het solomoment van Khumalo zelf, krijgt de dans zelfs animale kantjes. Het jankt en blaft, krimpt in elkaar en schokt in een losgeslagen mechaniek van beweging.

Het kijken staat centraal in LA. Niet alleen trachten de dansers voortdurend elkaars bewegingen in hun blikveld te houden, ook het publiek wordt te kijk gezet. Op twee momenten in de voorstelling, worden achtereenvolgens de verschillende publiekstribunes in volle licht gezet. De spots schijnen in de ogen van de toeschouwer, zodat die niet langer kan zien, maar wel door de dansers en de andere kijkers kan worden bekeken. De dansers slibberen als krabben of andersoortige beesten over de dansvloer, reagerend op elk geluid op de tribunes. Met scheef gehouden kopjes, lijken ze iets van de toeschouwer te verwachten. Een aalmoes, een aanraking, een moment van aandacht, of een minimum aan contact.

Met LA creëert George Khumalo een eerste groepsvoorstelling. Het is een choreografie geworden, die het hier en daar ontbreekt aan samenhang. Ook het bewegingsmateriaal is bij momenten een beetje bloedarmoedig. Even goed bevat LA interessante momenten. Vooral de scènes waarin de lichamen van de dansers alle menselijkheid lijken te verliezen hebben een ontregelende kracht. Het lijf als losgelslagen machine, als dier, of willoze prooi van zijn eigen stuiptrekkingen. Het zijn viruoze staaltjes van complete ontreddering, die zich huiverig in de ervaring van de toeschouwer binnenwurmen.