Utopie van een wereldlichaam

Choreografe Lilia Mestre over haar eerste groepsstuk ‘Beyond Mary and Joseph’

De Morgen 24 Sep 2003Dutch

item doc

Contextual note
Beyond Mary and Joseph gaat in première in het Kaaitheater te Brussel op 25-27 sept. 2003. Info en reservatie: 02/201.59.59 of www.kaaitheater.be

De eigenzinnige compagnie Random Scream legt zich sinds enkele jaren toe op de analyse van sociale structuren en beeldcultuur. In Beyond Mary and Joseph laat de Portugese choreografe Lilia Mestre een kritisch licht schijnen op familie en religie, beide in crisis maar nog steeds hoekstenen van onze samenleving. Een gesprek met de choreografe over traditie en utopie en de rol van het lichaam daarin.

Opvallend in het parcours van Random Scream is het ecclectische en politieke karakter van het werk. Een eigen stijl lijkt geen bekommernis, eerder een scherpzinnige aanwending van bestaande beelden, een bezinning op representaties uit onze dagdagelijkse leefwereld. “Mijn aandacht gaat inderdaad uit naar de aantrekkingskracht van bestaande fenomenen en symbolen,” beaamt Mestre. “Inzet is niet na te gaan hoe ik die kan onderbrengen in mijn eigen choreografische logica, maar omgekeerd een bewegingstaal te ontwikkelen die adequaat is om die ideeën op scène te vertolken. Bepaalde codes en constellaties maken deel uit van ons leven zonder dat we daar vragen bij hebben. De performers doen daarom dingen die ze in het echte leven ook zouden kunnen doen, waardoor ik een bepaald perspectief creëer, een lezing van de werkelijkheid.”

“Wat brengt mensen ertoe om bepaalde dingen te maken? Ik interesseer me voor datgene wat achter de cultuur schuilgaat,” zo vervolgt Mestre. “Waaruit bestaat het verlangen naar religie? Waarom creëren we families, waarom leven mensen samen tot het einde van hun dagen? Hoe ontstonden zulke sociale structuren? Mijn fascinatie voor dierlijkheid heeft daar ook mee te maken: trachten terug te gaan naar het punt waar de eerste culturele keuzes werden gemaakt. Omgekeerd valt op dat ondanks alle revoluties bepaalde modellen weliswaar veranderen maar toch in zwang blijven. Ze zijn er gewoon, eigenlijk is er geen moment van acceptatie, je merkt dat je simpelweg dezelfde dingen doet als je moeder, alsof je haar stem hoort doorheen je eigen mond.” Mestre heeft het niet enkel over de kracht van de traditie, ze heeft ook vragen bij de manier waarop die precies in elkaar zit: “Is dat een culturele kwestie? Gaat het om een sterke politieke macht? Of is het een innerlijk gegeven, waarbij je handelt overeenkomstig het menselijke functioneren, haast op een genetisch niveau?”

Een thema dat Mestre aansnijdt in Beyond Mary and Joseph is de familie. Hoe kwam ze daaroe? “Eerst zag ik het nog breder, dacht ik aan de samenleving zonder meer. Rond Kerstmis verbaasde ik me over het verhevigde gezelschapsleven en de werking van de institutie die we familie noemen. Gezinnetjes gaan dan bijvoorbeeld samen naar de film, iets wat door het jaar veel minder opvalt. Dat is de manier waarop we leven: we bouwen huizen, trouwen, verwekken kinderen en positioneren zo onszelf. Hoe kwamen we tot dat systeem van samenleven, en waarom ziet het er precies zo uit? Telkens dezelfde vraag. Het homohuwelijk vind ik daarom een interessante kwestie: er heerst een weigerachtige houding tegenover deze seksualiteit, maar omgekeerd is er wel sprake van complete integratie als het in de vorm is van een geregeld familieleven is. Je ziet geen metamorfose naar een nieuwe structuur, eerder een poging om bestaande modellen in stand te houden. Ons verlangen naar huiselijkheid regeert ondanks alles. Bestaat er dan wel zoiets als een nieuwe wet?”

Die nieuwe wet is natuurlijk een open vraag, wat kenmerkt onze postmoderne tijd voorbij traditie en revolutie? “In het stuk probeer ik toch een mogelijkheid uit, al weet ik goed dat er niet meteen een conclusie mogelijk is. Hoe we toch functioneren, ondanks verlies, kennis, bewustzijn, traditie enzovoort. Hoe dood en geboorte, of sterke emoties als pijn en geluk minder wreed kunnen zijn. Een samenleving creëren waarin al die elementen geïncorporeerd zijn is een utopie: momenteel verhouden we ons bijvoorbeeld nauwelijks tot de dood. Er zijn essentiële zaken die alle mensen delen, zoals liefde of rouw, die ook gedeeld kunnen worden in persoonlijke verhoudingen. In potentie zou je met zijn allen eenzelfde gemoedstoestand of gevoel kunnen delen. Utopie als een gemeenschappelijk lichaam waarin we onze gevoelens delen. Op die manier worden de bestaande modellen geaffecteerd. Je verliest je grenzen en je begrip van wat je aan het doen bent. Uiteindelijk is ook dat een machine die functioneert doorheen individuen met bepaalde emoties, een circulatie met anderen waarin iedereen tezamen wil zijn.”

Om die spirituele aspiraties te ensceneren deed Mestre ook onderzoek naar religie, zowel naar een heidense als een christelijke traditie, en daarbinnen zowel naar canonieke als apocriefe bronnen en beelden. De sterke constrasten die daaruit voortkwamen zijn ook aan de orde op een formeel niveau, waarin veel aandacht is voor het groteske. “Het opzetten van een clownsneus laat je toe om een bepaald domein te betreden dat je niet helemaal kent omdat het normaal taboe is. Je kunt onnozel doen, streken en obsceniteiten uithalen. Dat staat dicht bij de realiteit van kinderen,” vertelt Mestre.

Het lijkt erop dat Mestre een stuk werkelijkheid teruggeeft aan het lichaam, waarmee ook de grenzen van de menselijke betekeniswereld op het spel worden gezet. Dat besef van grenzen is een soort tussenstap naar het verlies van contouren, waarin Mestre het lichaam als metafoor hanteert voor de werkelijkheid als dusdanig: “De voortdurende transformatie in het stuk kun je vergelijken met de verschillende lagen van het lichaam en de extremen waar ze voor staan. Er is een ideaal dat zich ver buiten ons bevindt, en dat we niettemin trachten te adapteren. Daartegenover is er een innerlijk dat je niet zomaar kan betreden, dat je evenmin als zodanig accepteert. Tussen binnen en buiten situeert zich een golfbeweging, waarbij we uiteindelijk een toestand voorbij het innerlijk exploreren waar je het niet precies meer weet.”