Een luchtzak op mensenmaat

De Standaard 22 Apr 2002Dutch

item doc

Contextual note
original version of newspaper article

Over het metafysische in de mens ging het. Over het niet-lichamelijke van het mens-zijn, datgene wat hem overstijgt. Choreografe Sasha Waltz gaat in noBody voorbij aan het ultieme instrument van de danser: zijn lichaam. Tegelijkertijd probeert ze juist doorheen dit lichaam zichtbaar te maken wat niet zichtbaar is. Dat dit geen eenvoudige opdracht is bleek uit een voorstelling, die nu weer boeit, en dan weer stottert.

Een voorstelling in voortdurende chaos. De dansers lijken opgejaagd, vormen steeds wisselende collusies op het speelvlak. Voortdurend bezwijken lichamen, worden lijven door mededansers over de dansvloer gesleept en gedragen. Af en toe steekt een enkeling het hoofd boven de massa uit. Maar dat is maar voor even, voor ook hij weer opgaat in de veelheid aan performers en indrukken. Bij aanvang loopt het podium beetje bij beetje vol. Een vrouw in avondjurk wiekt haar armen naar achteren, als een gekwetste vogel.Even later flikkeren de kijkboxen op de achterscène op. Nu weer mat, dan weer transparant, tonen zij ons beelden van wat poppen zouden kunnen zijn, marionetten in een etalage. Maar het zijn de dansers, die even later participeren in de agressieve war zone van de voorstelling.

Het is georchestreerde chaos die Waltz op de planken zet. Zorgvuldig uitgezochte constructies, die de enkeling transformeert tot een deel van het groepslichaam, waarin het individu als onbetekenend radertje verdwijnt. De omhelzing van een koppel, blijkt enkel een aanzet tot een magnetische cluster van het hele ensemble.

Het eerste deel van de voorstelling ademt dan ook een ongewone wreedheid uit. Ondanks het uitgezuiverde scènebeeld, lijkt het universum van Jeroen Bosch nooit ver weg. In het halfduister klinkt geschreeuw op, de danser vluchten de zaal in. Een vrouw stopt één voor één haar uitgetrokken kledingstukken in de mond van een man, die vruchteloos tracht te praten. Een man kruipt in de kleren van één van de “doden”, en sleept hem op zijn rug mee over het speelvlak.

En toch is noBody geen eenduidige voorstelling. Regelmatig weet Waltz humor in haar scènes te stoppen, die de wanhoop overstijgt. Kerstboomengeltjes vechten tegen hun trechtervormige habijt. Twee groepen spelen met de goocheltruc van de in twee gezaagde man. Groot enigma is de vormeloze luchtzak die het speelvlak beheerst, en pas op het einde van de voorstelling tot mensenmaat wordt teruggebracht. Zonder vorm, zonder inhoud, zonder bedoeling is hij alles wat aan de mens ontsnapt. noBody is een voorstelling die bijblijft, zonder volledig te overtuigen. Waltz’ taal intrigeert, maar verrast nergens. Haar ensemble mag dan het individuele overstijgen, maar reikt bezwaarlijk tot bij het transcendente.