Op zoek naar materiƫle geletterdheid
Heike Langsdorf/radical_hope - Mount Tackle
Bij het betreden van de zaal heten enkele medewerkers de toeschouwers welkom in drie talen. “De hele ruimte is toegankelijk, van de top van de tribune tot achteraan de buhne. Er is geen ideale kijkpositie, dus neem gerust de gelegenheid om rond te lopen en verschillende plekken uit te proberen. Geniet ervan.”
In het programmablaadje zegt Heike Langsdorf nog een en ander over die uitnodiging aan de toeschouwers om zelf te kiezen waar ze naar willen kijken. Ze vergelijkt het met de publieke ruimte, “een omgeving waarin ontmoetingen kunnen plaatsvinden tussen soms heel verschillende soorten mensen.” In onze huidige superdiverse maatschappij leven vele “kijkculturen” en kunstopvattingen naast en door elkaar: is daar een gesprek mogelijk? Mount Tackle kondigt zich aan als een concreet experiment dat wil nagaan hoe die meerlagigheid kan inwerken op een voorstelling in een theaterzaal.
Op de toeschouwerstribune zijn enkele rijen stoelen weggenomen en door kussens vervangen. Via trappen over de hele breedte is de vertrouwde kloof met het podium enigszins weggewerkt. Enkele rollen dansvloer zijn diagonaal door de gehele ruimte gedrapeerd, schermen een stuk achterwand af, raken dan de vloer, gaan weer omhoog aan de publieksruimte, of lopen nog een eind door op de tribune. Op de buhne staat centraal een berg uit reusachtige opblaasbare kussens, stapels dekens, enkele pastic zakken met hooi, boeken, kleine prullen, en onder dat alles twee menselijke lichamen waarvan welgeteld een hand en een voet zichtbaar zijn. Aan de zijkant is er een zithoek met versnaperingen. Elders hangen touwen als losse eindjes over een wasdraad, ligt een zwarte man met masker rustig te dutten, slingeren er plastic flessen en tennisballen rond, en nog heel wat meer. Tussen dat alles slenteren ook nog eens tientallen toeschouwers. Waar te beginnen in deze wirwar van mensen en dingen, hoeken en kanten?
Gedurende anderhalf uur zal deze ruimte langzaamaan transformeren, verschillende terloopse ontmoetingen met mensen en dingen creëren en allerhande associaties oproepen. Is dit een grootstedelijke picknick? Een festival? Een vluchtelingenkamp misschien? Zulke beelden bieden even houvast, maar verkruimelen ook in de hybride stroom van relaties die ontstaan. Er gebeurt tegelijk weinig en veel in Mount Tackle, het is een voorstelling waarin je als toeschouwer de hele tijd ervaringsfragmenten aan elkaar probeert te knopen en dat proces ook observeert. Waarover gaat dit alles nu eigenlijk?
*
Hoewel Mount Tackle zich als een installatie presenteert, is het tevens een voorstelling met een zorgvuldig gecomponeerde dramaturgie. Tal van geplande evenementen sturen op een subtiele manier de aandacht, minimale choreografieën waarin mensen, dingen en geluiden samenkomen. (De credits vermelden een vijftiental medewerkers en die zijn allemaal actief in de ruimte, ook al zijn ze niet te onderscheiden van de toeschouwers en gebeuren veel van hun ingrepen in zekere zin ‘undercover’.) Een performer trekt een groene regenjas aan, deelt hooi uit, versleept een tafel of gooit een bak met glazen flesjes om. Een hele groep toeschouwers volgt het rinkelende geluid en staat vervolgens een tijdje te kijken naar de omgevallen flesjes, terwijl even verder de zwarte man met het masker rustig verder slaapt. En verder niets. Of toch? Diverse concrete geluiden worden via micro’s opgepikt en versterkt, net zoals het licht een zoom-effect creëert. Een fotografe neemt de hele tijd foto’s, terwijl iemand anders met een smartphone filmpjes maakt. Zijn het hier vooral de diverse media die aandacht en betekenis stichten? Soms zie je enkel de nieuwsgierige gezichten van samentroepende toeschouwers die proberen een glimp op te vangen van een of ander.
Vanop de tribune zie je van dit alles niet veel meer dan toeschouwers die heen en weer lopen op zoek naar verbanden en betekenis. Mount Tackle onderneemt nauwelijks pogingen om de traditionele toeschouwersruimte te activeren. In zekere zin gedraagt Mount Tackle zicht bewust onverschillig ten aanzien van het vertrouwde toeschouwerscontract: op de tribune ervaar je scherper dan elders het falen van de ideale kijkpositie. Het zet me aan het denken over ‘geletterdheid’ in de kunsten en daarbuiten – welke kennis en vaardigheden hebben we nodig om met de complexe wereld van vandaag om te gaan? Voor Heike Langsdorf en co zijn het theater en de burgerlijke cultuur die ermee samenhangt, slechts één mogelijke kijkcultuur in deze wereld. Verschijnt het theater dan enkel als ruïne? Neen, want als geen andere kunstvorm is het maniakale zoeken naar betekenis er een sociaal gebeuren – niet zozeer omdat iedereen één fictie deelt, wel omdat iedereen ook observator én wederzijdse getuige is van dat proces van zoeken en tasten. Maar daarmee zijn we nog niet veel dichter bij de negenennegentig andere kijkculturen die Mount Tackle hoopt te activeren.
*
Halverwege de voorstelling dimmen alle lichten, zakt het rumoer en belicht een enkele spot een ronddraaiende gouden staaf, zodat er een flikkering door de hele ruimte trekt. Als een zwakke winterzon beschijnt ze de wanden en het plafond, het technische grid en de ijle ruimte boven de tribune.
*
Iemand deelt op de tribune chips uit aan enkele toeschouwers die sms’jes versturen of rustig zitten te babbelen. Het knabbelen en het geritsel van de zak zijn niet meteen vertrouwd in het theater, maar herinneren aan de duistere filmzaal waar sociaal verkeer en lichamelijke betrokkenheid volgens andere spelregels en media verlopen.
*
Bij de matinee op zondag zijn ook kinderen welkom, en met een dertigtal hangen ze rond in de zaal, om niet te zeggen dat ze het gebeuren af en toe overweldigen. In de zoektocht naar publieksdiversiteit en andere kijkculturen is het een schitterende ingreep die een andere verbeelding aan het werk zet. Kinderen symboliseren weliswaar een onbevangen blik en het vernieuwen van de wereld – maar in Mount Tackle is dat ook letterlijk te nemen, want de kinderen laten zich weinig gelegen liggen aan de theatercodes, maken graag rommel en trekken ongedwongen hun plan in dit meervoudige paradijs. Ach, wat die mama’s en papa’s toch allemaal bedenken! Een blond meisje van zo’n drie jaar draagt een schattige witte pullover met het opschrift ‘In the mountains’.
*
Op zaterdag borstelt een performer tussendoor hooi bijeen. Ik hoor haar verzuchten: “Waar komt al die confetti tussen dat hooi vandaan? Die confetti moest gewoon in het zakje blijven, weet je, confetti als potentialiteit!” Op zondag zegt een andere performer me lachend terwijl we over grijze dekens op de grond rollen: “Amai, vandaag is het precies een stal met al dat hooi!”
*
Tegen het einde van de voorstelling wordt de berg ontmanteld, het centrum vrijgemaakt en overal zijn er opruimacties die langzaamaan tot enkele nieuwe installaties leiden. De kleine prullen worden geschikt op een houten trapje als was het een kraam op de rommelmarkt. Andere spullen en bloemen komen terecht in een soort apocrief altaar. Elders begint iemand kledingstukken op te vouwen. Intussen weerklinkt er Arabische popmuziek vanuit een smartphone. Enkele toeschouwers steken hier en daar een handje toe.
Opruimen, sorteren, schikken. De handelingen zijn duidelijk, en ook de constellaties die verschijnen, zijn min of meer vertrouwd. Na het kijken, lezen, luisteren en documenteren in het eerste deel, lijkt nu een voorzichtige uitnodiging tot participatie naar voren te komen. Of beter: de blik verschuift hier van theater en installatie naar media en kijkculturen die teruggrijpen op rituelen en alledaagse praktijken. En toch reikt Mount Tackle voortdurend voorbij de herkenning, de vermenigvuldiging van kijkculturen is experimenteel en speculatief (en geen antropologische studie, laat staan een doelgroepenbeleid). De muren van het theater houden al te opdringerige beelden en wereldse beslommeringen buiten, zodat er iets anders kan ontstaan. Maar wat precies?
Zowel de blik als het zoeken naar betekenis opereren onvermijdelijk via herkenning, dat is via een vertrouwde, gedeelde taal. Het meest opvallende aspect van Mount Tackle zijn echter niet de culturele brokstukken, fragmenten en citaten die je als zoekende toeschouwer aanknopingspunten bieden, maar wel hun materiële kracht. Als installatie en voorstelling is Mount Tackle letterlijk een omgeving, waarin tal van dingen rondslingeren – objecten, rommel, spullen, prullen, gadgets. Soms worden die dingen tot ‘spreken’ gebracht, bijvoorbeeld door ze te schikken of in een klein noise-concert met een contactmicrofoon. Maar even vaak blijven de dingen stom, zijn ze schijnbaar niet meer dan betekenisloze rommel waar we weinig mee weten aan te vangen. Die weerbarstige materialiteit maakt tevens duidelijk dat ook heel wat handelingen – van performers en medewerkers, maar ook je ervaringen en gedachten als toeschouwer – eigenlijk evenzeer in gedoe of het ongewisse blijven steken. Wat staat hier uiteindelijk op het spel?
In zekere zin balanceert Mount Tackle de hele tijd op de drempel van het onvertrouwde, dat kantelpunt waar betekenis al dan niet ontstaat, waar nieuwe ervaringen en inzichten sluimeren, maar niet zonder meer voor het grijpen zijn. Zintuiglijke beleving en materialiteit gaan er hand in hand met een overdaad aan reflectieruimte, precies omdat er altijd te weinig of te veel gebeurt. Mount Tackle is een voorstelling zonder punchline, bijsluiter of gedeelde fictie, maar het is geen vrijblijvend experiment waarin je verloren loopt. Het is best wonderlijk hoe een grote groep mensen zich anderhalf uur lang op zijn gemak voelt in een informele, open situatie zonder dwingende narrativiteit. Ja, welke kennis en vaardigheden hebben we nodig om met de complexe wereld van vandaag om te gaan?
Heike Langsdorf en co zoeken vooral naar antwoorden in reflectie op onze concrete omgang met alledaagse dingen en technologieën die ons doen en laten bemiddelen, die onze zintuigen en verbeelding sturen. Mount Tackle nodigt iedereen uit mee te werken aan een speelse, experimentele vorm van ‘materiële semiotiek’ waarin de gebruikelijke betekenissen opgeschort zijn. In dat spel daagde voor mij telkens weer het besef hoe precair die zoektocht naar een andersoortige, niet-instrumentele aandacht en ‘materiële geletterdheid’ eigenlijk is. Terwijl je het onvertrouwde en het gepruts een voorlopige plek geeft, kun je ook niet anders dan zorg dragen voor het vreemde dat in die relatie tot stand komt. Dat is wereld stichten, op een alternatieve en bescheiden manier.
Gezien in het kader van Burning Ice #10 in het Kaaitheater in Brussel op 3 en 4 december 2016.