'Hoe klein zijn deze bloemen'

Over het werk van de kunstenaar vandaag

Etcetera Feb 1993Dutch
Etcetera, jg. 11 nr. 40, febr. 1993, pp. 24-25

item doc

'Ik heb mij eraan moeten herinneren dat men de wereld niet alleen moet verkennen, maar ook moet begrijpen. Men moet ook luisteren en. de polyfonie van haar vaak tegenstrijdige boodschappen horen. (...) Ik denk dat men moet leren te wachten zoals men leert te scheppen.'

(Vaclav Havel)

 

1.

In het jaaroverzicht van Panorama duikt hij weer op: een cellist ergens in het voormalige Joegoslavië, zittend op een stoeltje, op de stoep van een straat, zijn instrument tussen zijn knieën gekneld. Hij speelt, op de plek waar kort voordien zijn broer samen met andere burgers omkwam in een schietpartij. Gewoon wachten in een rij voor de bakker en neergekogeld worden. Op de stoep staan kruisjes, er liggen bloemen. Voor de tv-camera zegt de muzikant: 'Met m'n hart en m'n handen,' (hij maakt de hulpeloze gebaren van iemand die zacht over een cello strijkt), 'wil ik iets doen voor m'n land, voor m'n volk...'. Dan stokt hij en snikt: 'allemaal bloed...'
Met dit beeld dringt er iets naar binnen: het bewustzijn én van zijn grote machteloosheid én van de diepe, hoopgevende waarde die hij hecht aan zijn cellospel.

 

2.

En dan de woorden van de Hongaarse schrijver György Konrad: 'Waar de wapens spreken, hebben de intellectuelen hun werk niet gedaan.' Kunstenaars behoren tot de intellectuele elite. De vraag die vandaag dan ook aan de orde is, is die van hun/onze/mijn verantwoordelijkheid t.o.v. het wereldgebeuren. Het gaat niet goed met de wereld; de geschiedenis lijkt een onontwarbaar kluwen geworden, dat op- en afrolt en telkens anderskleurige draden toont. Is het niet mee de taak van de kunstenaars om te helpen dit kluwen te ontwarren, zodat het hanteerbaar wordt, minder angst aanjaagt? Is het niet mee onze taak om zoveel mogelijk alle kanten van de waarheid te vertellen en te hopen dat dit het vechten tegenhoudt?

 

3.

'Tussen de ervaringen van iemand die op dit moment een normaal leven op aarde leidt en het publieke commentaar dat wordt gegeven om aan dat leven een zekere zin te verlenen, gaapt een lege ruimte, een kloof, die enorm is. Daar ligt de onherbergzaamheid, niet in de feiten. Daardoor komt het dat een derde van de Franse bevolking bereid is te luisteren naar Le Pen.' (John Berger, Stemverheffing).
Wat angst aanjaagt, is blijkbaar de complexiteit van de werkelijkheid. Die complexiteit bestaat; het heeft geen zin ze te ontkennen en toch is het dat wat precies dagelijks gebeurt: politici sloven zich uit om 'de zaken eenvoudig voor te stellen'; het Vlaams Blok reduceert complexe maatschappelijke problemen tot simplistische slogans... Alles simpel verpakt, tot makkelijk te consumeren uitspraken herkauwd: daarmee kan gescoord worden, daaruit kan electoraal voordeel worden gehaald.
Als anderen, zoals b.v. politici, verzuimen de complexiteit van de wereld te helpen verklaren, is het dan niet de taak van intellectuelen/kunstenaars om dit discours van verheldering op gang te brengen? Verhelderen betekent iets anders dan simplifiëren. Verhelderen is misschien wel in de eerste plaats nuanceren.

 

4.

Verhelderen en nuanceren in plaats van tot slogans herleiden en simplifiëren: laten we dat in de eerste plaats toepassen op onze eigen Vlaamse situatie. Met zijn reeks tv-uitzendingen over collaboratie en verzet in Vlaanderen toonde Maurice De Wilde aan dat er zich tussen het extreme verwerpelijke zwart en het andere uiterste van het prijzenswaardige wit een heleboel schakeringen bevonden, die méér dan het pure zwart of wit de werkelijkheid hadden gekleurd. Hiervan bewust te worden, leidde tot een minder traumatisch ervaren van dit stuk van onze eigen geschiedenis; ze werd hierdoor begrijpelijker, helderder, hanteerbaarder gemaakt.

 

5.

Maar de Vlaamse situatie van nu is niet meer die van WO II of kort daarna. Ondertussen zijn de Vlamingen, die lange tijd terecht het eisende standpunt innamen, in de Belgische staat economisch dominant geworden en hebben hun culturele identiteit in dit land kunnen verwerven. Deze verandering in (machts)positie vraagt binnen de Vlaamse gemeenschap om een verandering in mentaliteit. Wie jarenlang onder zijn verdrukking geleden heeft, kan zich toch niet, eens het juk afgeworpen, op zijn beurt als een heerser gaan gedragen?

 

6.

Is er niet een hemelsbreed verschil tussen enerzijds een nationalistische beweging die vanuit een onderdrukte positie vecht voor terechte eisen m.b.t. het verwerven van een culturele erkenning, en anderzijds een nationalistische beweging die vecht om de voordelen die ze verworven heeft ten allen prijze te beschermen, ook al gaat dit ten koste van andere groepen. Worden de eigen-volk-eerst-eisen van het Vlaams Blok niet in de eerste plaats ingegeven door de reactionaire impulsen van een Vlaams kleinburgerlijke mentaliteit, die het Verworven bezit' - van welke aard dan ook - beschermen wil tegen al wie dat bedreigt? Toen de scholierenbetoging in november jl. in Antwerpen uit de hand liep en leidde tot vandalistische acties - het werk van 'rechtmatige betogers' of van provocateurs? - zat er heel snel daarna een vlugschrift van het Vlaams Blok in de brievenbussen van de getroffen straten. In dit vlugschrift stond geen woord over rassenhaat of vreemdelingenproblemen; de tekst had het uitsluitend over de nood aan een betere bescherming van het privé-bezit door een versterking van het politieapparaat. Zit hier dan niet het fundament van deze Vlaamse variant van het Europese racisme, nl. dat het niet zozeer gaat om de tegenstelling tussen Vreemden' en 'niet-vreemden', maar om die tussen 'zij die hebben' en 'zij die niet hebben'?

 

7.

'Onafhankelijkheidsbewegingen stellen allemaal economische en territoriale eisen, maar bovenal willen ze iets wat van een geestelijke orde is. De Ieren, de Basken, de Corsicanen, de Koerden, de Albanezen in Kosovo, de Azeri, de Portoricanen, de Letten... ze hebben cultureel noch historisch veel gemeen, maar ze willen zich allemaal ontdoen van een ver, oneigen centrum dat ze door langdurige, bittere ondervinding hebben leren kennen als zielloos. '
Ook deze uitspraak van John Berger bevat veel waarheid en maakt meteen duidelijk dat elke vorm van nationalisme niet met één adjectief - 'goed' of 'slecht' - afgedaan kan worden, maar keer op keer, geval per geval, nauwkeurig bevraagd moet worden op zijn inhoud.
Wat is er fout aan het zoeken naar 'een eigen centrum mét een ziel'? Dat hebben wij als Vlamingen toch ook gedaan. En werd die 'Vlaamse kern' (zo die al bestaat) niet even sterk geraakt/aangeraakt in Charles De Costers in het Frans geschreven Ulenspiegel als in het' Vlaamse' Geuzenboek van Louis Paul Boon?

 

8.

Na de teloorgang van het communisme -of beter van die regimes waar het idealistische uitgangspunt van de opbouw van een rechtvaardiger maatschappij politiek ontspoorde en verkeerde en gevaarlijke vormen aannam - is onze Westerse materialistische levenshouding 'versterkt' uit de strijd gekomen. Dit op de top drijven van het materialisme roept waarschijnlijk onvermijdelijk tegenbewegingen in het leven, die opnieuw belang hechten aan idealistische, morele, religieuze of andere waarden. Is het 'zoeken naar een eigen kern' ook niet in deze context te interpreteren; kan de groei van nationalisme en regionalisme in Europa hierdoor niet een bijkomende verklaring krijgen? En behoort het niet tot de taken van de kunstenaar om in elk fenomeen 'de waarden' te onderkennen en te accentueren en, in dit geval dan, te zoeken naar die plekken waar het terugplooien op de eigen identiteit enerzijds en het opengooien van de wereld door het internationalisme anderzijds, elkaar kunnen ontmoeten?

 

9.

Wie uit is op snel succes, spreekt in zwartwit-argumenten. Wie politiek wil scoren, produceert duidelijk herkenbare uitersten, maakt een wereld uitsluitend bevolkt met dikke vrienden en grote vijanden. Wie nuanceert daarentegen loopt het risico alleen te staan met zijn mening. Integere artiesten weten dat snel succes vaak verdacht is, dat wie werkelijk iets heel eigens wil vertellen en daarvoor op creatieve wijze de geëigende woorden / bewegingen / materialen zoekt, meestal hard moet werken om gehoord en erkend te worden. Misschien is dat vandaag wel één van de belangrijkste taken van de kunstenaar ten opzichte van de maatschappij: nl. haar overtuigen van de kracht van integriteit, van de moed om met een mening alleen te staan, van bescheidenheid als filosofie . Dat bedoelde Heiner Müller waarschijnlijk toe hij zei dat 'mislukken het enige zinvolle is in deze eeuw' en dat 'wat men moet leren, wat het eigenlijke wezen van emancipatie uitmaakt, de eenzaamheid te verdragen (is).' Kunnen alleen staan om vandaaruit opnieuw naar de ander te gaan en zich in te beelden hoe die ander -Shylock of Mohammed - zich voelt.

 

10.

'Is er voor ons niets beters te doen
Dan graven te delven
En nieuwe woorden te zoeken
Opdat het in-memoriam van vandaag
Anders lijkt dan dat van gister?
Hoe klein zijn deze bloemen
Hoe diep is al dit bloed.'

(Mahmoed Darwiesj, Palestijns dichter)

Er zijn 1001 manieren om vandaag ons werkte doen. Om te zeggen, te fluisteren, te schreeuwen. Blijven nadenken, nuanceren, zich inbeelden, de wereld ontwarren, woorden opschrijven, kleuren naast elkaar zetten, cello spelen...