De hersens zijn het meest sexy onderdeel: Jan Fabre richt museum in Bregenz opnieuw in als was het een lichaam

De Morgen 4 Oct 2008Dutch

item doc

De hersens zijn het meest sexy onderdeel

Jan Fabre richt museum in Bregenz opnieuw in als was het een lichaam

Elf jaar geleden zette de Zwitserse architect Peter Zumthor Bregenz, de stille hoofdstad van het Oostenrijkse Vorarlberg, met zijn Kunsthaus plots op de internationale kunst- en architectuurkaart. Het huis reeg sindsdien exposities van toonaangevende kunstenaars aan elkaar. Zij maakten vaak werken speciaal voor deze plek. Nu is Jan Fabre er te gast.

DOOR PIETER T'JONCK

Bregenz l Fabre greep die kans voor in situ werk met beide handen aan. Hij vat daarbij het Kunsthaus op als één groot lichaam, dat je van kelder tot dak kunt verkennen.

Het Kunsthaus is een mysterieuze verschijning: zwevende mat glazen platen omhullen een grootse kubus aan de Bodensee. De platen vermengen het licht van binnen het gebouw met het grillige licht boven het meer, maar verraden haast niets van het inwendige van het gebouw. Pas binnen ontdek je vier majestueuze zalen. Behalve op de begane grond krijgen ze hun licht enkel van glazen plafonds. De muren, strak in het gelid in smetteloos beton, zijn immers potdicht. Aan de glazen plafonds houden de muren echter op. Over hun randen stroomt het licht van de glazen gevel binnen. Die opmerkelijke relatie tussen de matte buitenhuid en de heldere, maar betoverende binnenruimte laat het gebouw op een lichaam lijken: buiten vermoed je wat er binnen te zien is, maar pas als je het lichaam binnenstapt, ontdek je de geheimen van zijn structuur echt.

Dat merkte Fabre meteen op bij het ontwerp van de expo. Hij vat het gebouw op als één groot lichaam, dat je van kelder tot dak kunt verkennen. Het gaat van de voeten, over het geslacht, de buik en het hart naar het hoofd. Via een audiofoon wekt de kunstenaar met zijn enthousiaste commentaar de werken tot leven.

Cirkel

Op -1 toverde Fabre voor de installatie Schuilkelder-atelier voor de Chileense kunstenaar-krijgers en kuisvrouwen het cleane museum om tot een kelderkrocht. Een elandhoofd kijkt je in de gang vanaf het plafond aan, alsof het dier zijn hoofd door de vloer steekt. In een kamer staan zeven Bic-blauwe stalen bedden. Uit het plafond steekt een been met een huid van hersenschors. In de laatste kamer kun je enkel binnengluren. Ze staat vol rekken met lege bomhulzen en opgezette lichaamsdelen. Oudere beelden als de bedden of de schuilkelder verbinden zich zo met nieuwe als het hersenbeen aan. De titel alludeert op Fabres jonge jaren. Hij was toen bevriend met Chileense artiesten op de vlucht voor Pinochet. Zij hokten illegaal in net zo'n kelder als deze.

Fontein van de wereld 2008 prijkt op begane grond naast de gelijknamige reeks tekeningen uit 1978 over genitaliën en lichaamsvochten. De installatie herneemt het beeld van de stapel grafzerken met namen van insecten die in het Louvre centraal stond. Alleen, daar verbeeldde Fabre zichzelf als een reuzenworm. Hier staart een wassen beeld van de jonge Fabre, met zijn ontblote penis in erectie. Af en toe spuit die penis sperma, dat Fabres kleren bevuilt.

Op +1 staat het meest verbluffende werk: Ik heb een stuk van het plafond van het koninklijk paleis moeten uitbreken omdat er iets uit groeide, 2008. Dat is hier ook letterlijk te zien: een replica van het met keverschilden beklede plafond (vol schedels en dode vleugels). Hier ligt het fragment omgekeerd op de vloer. Dat 'iets' uit de titel is een wassen beeld van een zwarte man, met sporen van martelingen op zijn lijf. De verwijzing naar het verleden in Congo van de Saksen-Coburgs is niet mis te verstaan.

Vergeleken met dit geweld is de volgende installatie, Het toekomstige hart van barmhartigheid voor mannen en vrouwen, bijna intiem. Twee stapels glazen knoken en schedels, sommige Bic-blauw gekleurd, bekroond met een replica van het menselijke hart. De twee harten zijn gemaakt van stukjes menselijke beenderen, alsof de harten zich - als insecten - verhard hebben tot een pantser.

Op de laatste etage werd een houten gangpad rond de zaal gebouwd voor In de loopgraven van het brein als kunstenaar-lilliputter. Je waant je op een zolder waar de artiest zijn gedachten de vrije loop laat. Fabre materialiseerde die gedachten hier. In het midden staat een realistische reconstructie van oorlogsloopgraven. In het midden sloeg een honderdvoudig vergroot menselijk hoofd in. Een wassen beeld van Fabre zelf, op ware grootte, spit in de hersenmassa ervan. Zo is de cirkel rond met de schuilkelder beneden: daar zagen we in het hol van de kunstenaar ook opgezette hersens en een hersenbeen.

Het lichaam als sokkel

Deze expo is anders dan zijn recente passage in het Louvre, ook al is Fabre geen kunstenaar die zichzelf steeds heruitvindt. Integendeel: zijn oeuvre bestaat van in het begin uit eenzelfde verzameling motieven, zoals insecten, tekeningen van orgastisch genot, Bic-lijnen of de schuilkelder-werkplaats. Af en toe voegt hij nieuw materiaal of een nieuw motief toe, zoals de sculpturen met beendermateriaal of wassen beelden. Maar wezenlijk blijft het werk een eenheid, met de allure van een complete kosmogonie.

Bij elke expo liggen de accenten echter anders. In het Louvre stond Fabres verhouding tot de kunsttraditie voorop. In Bregenz is hij te zien als de undergroundfiguur (de kelders), de genotsvolle dromer (de grafzerken), wereldgeweten tegen beter weten in (het plafond van het paleis), de utopische filosoof (de harten) of de wroetende onderzoeker (de loopgraven). De keuze voor het thema van het lichaam-huis maakt het verband tussen de installaties echter ongewoon sterk. Fabre toont het lichaam als de sokkel, het bindteken en zelfs het museum, de verzamelbox voor alle ervaringen en bevlogen gedachten die zijn bovenkamer aanmaakt. Het lichaam bevestigt hun waarachtigheid, geeft ze stevigheid en werkelijkheid.

Op de tape onderstreept Fabre hoe belangrijk hij dat acht. Hij fulmineert tegen het aseptische, ontlichaamde karakter van onze omgeving. Toch is hij geen naïeve ideoloog van het lichaam. In één adem voegt hij eraan toe dat de hersens het meest sexy lichaamsdeel zijn: daar ontstaat de verbeelding die de spirituele en lichamelijke extase mogelijk maakt. Dat dringt allemaal tot je door terwijl je de trappen van het gebouw op en af loopt. Heel bijzonder.

From the Cellar to the Attic I From the Feet to the Brain, Jan Fabre, tot 25 januari 2009, www.kunsthaus-bregenz.at.

Fabre toont het lichaam als verzamelbox voor de bevlogen gedachten die zijn bovenkamer aanmaakt

n In de loopgraven van het brein als kunstenaar-lilliputter.

n Het toekomstige hart van barmhartigheid voor mannen en vrouwen.

n Ik heb een stuk van het plafond van het koninklijk paleis moeten uitbreken

omdat er iets uit groeide.