Een treurende engel

De Morgen 23 Oct 2007Dutch

item doc

Geschiedenislessen op school maken zelden de samenhang tussen dingen duidelijk. Weetjes genoeg, maar die doen je nog niet inzien waarom mensen elkaar, bijvoorbeeld omwille van de Bijbel, de schedel inslaan. Daardoor lijkt de geschiedenis vaak een keten van louter toevalligheden. Kunstgeschiedenis spant hierin de kroon: ze is zo begaan met het vormelijke dat ze de plek van die kunst in de samenleving uit het oog verliest. Kunsthistorici laten kunst ongewild ontaarden tot een disparate verzameling geniale vondsten van dito kunstenaars. Alsof artiesten enkel door een of andere vreemde hersenkronkel scheve smoelen schilderen.

Veel interessanter dan de kunsthistorische obsessie met vorm is de vraag hoe kunstwerken met hun context – tijd, ruimte, voorgeschiedenis – omgaan. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen waarom modernistische kunstenaars zo hardnekkig tekeer bleven, en blijven, gaan tegen traditionele voorstellingswijzen. Misschien wel omdat moderne kunst lijdt aan chronisch heimwee naar de tijd dat kunst nog 'vanzelfsprekend' was. Natuurlijk beseffen we dat kunst die zich van de prins (of de koning) geen kwaad bewust is niet meer kan. Natuurlijk doorzien we de valse pathos van de burgelijke kunst. Maar toch blijft die kunst een referentiepunt. Elke moderne kunstgenaar dient ermee af te rekenen. Zoals Bart Verschaffel opmerkt: een modernist rijdt dan wel vooruit, maar hij steeds zijn achteruitkijkspiegel in de gaten.

Wachet auf' - 'Ontwaak! van choreograaf Alexander Baervoets demonstreert dat treffend. Baervoets ontwikkelde lange tijd een moderne uitvoeringspraktijk. In dit stuk grijpt hij echter openlijk terug naar de geschiedenis. Hij verschijnt, verkleed als een engel, op een podium bezaaid met meubels waarover witte lakens gedrapeerd zijn. Onmiskenbaar een zinnebeeld van dood en verlies. Nog meer ouderwetse theatraliteit volgt als vier vrouwen een aandoenlijk naïef dansje van de 19-de eeuwse choreograaf Bournonville parafraseren. Dat die vier vrouwen erg uiteenlopend zijn qua leeftijd maakt van de dans een bijna symbolistisch beeld. Je kunt je voorstellen dat de engel hier een een soort gratie en schoonheid wil doen herleven die al lang dood gewaand was.

De engel blijkt echter een onhandig leerling-tovenaar. Vanaf zijn harmonium kan hij zijn danseressen maar met moeite sturen. Na een tijd merk je echter dat Baervoets zich daartoe ook niet inspande. Ondanks de schijn van het tegendeel bleef hij het principe van zijn vroegere, 'modernistische' werk trouw: hij legde slechts enkele spelregels vast, en laat zijn danseressen daarbinnen hun tijd en ruimte invullen. Het verschil is dat Baervoets hier enkele beelden aan de dans toevoegde waardoor ze minder vrij te interpreteren valt. Dit stuk gaat over melancholie, over heimwee naar een verloren schoonheid, een verloren vanzelfsprekende vormelijkheid, een verloren speelsheid... Baervoets is hier niet de reddende engel, maar de treurende engel. De modernist die treurt om wat hij niet kan zijn.

Zie www.kunst-werk.be