In Still Live improviseert choreograaf Salva Sanchis samen met de danseressen Mioko Yoshihara en Manon Santkin op muziek van onder andere Helmut Lachenmann, in een scenografie van kunstenaar Kristof Van Gestel. Dat mooie geheel zou meer moeten zijn dan de som der delen. Toch blijf je wat op je honger.
Al verschilt de danstaal van de drie performers sterk, bij elk van hen lijken de bewegingen de directe uitdrukking van willekeurige gedachten die hen overvallen. Bij Santkin geeft dat vloeiende, grillige maar verbeeldingsrijke vormen. Ook bij Yoshihara vloeien de bewegingen, maar ze komen in een coherentere, meer gelijkmatige stroom. Sanchis beweegt langzamer, bedachtzaam, en articuleert scherper. Op het eerste gezicht dansen de drie elk voor zich, autonoom. Slechts zelden, zoals bij het slot, lijken de bewegingen van Santkin en Sanchis in elkaar te grijpen alsof er een duet op til is. Maar zelfs dan is er geen contact.
Toch, en dat is bijzonder, heerst hier geen willekeur. Het geheim schuilt in de tijdsstructuur van dit stuk. Op geregelde maar onvoorspelbare momenten vallen lange stiltes: de beweging bevriest of krimpt tot een kleine trilling. Die stiltes vallen niet bij alle dansers samen. Ze sluiten evenmin aan bij de indrukwekkende stiltes die vallen in het strijkkwartet Reigen Seliger Geister van Lachenmann. Zo krijg je het gevoel dat het gebeuren beantwoordt aan een geheim algoritme, een onzichtbaar idee dat de zuiver abstracte dans toch betekenisvol maakt.
Die suggestieve abstractie kenmerkt ook Van Gestels scenografie. Ze bestaat uit knalgele panelen, gewild knullig verbonden met een voetplaat. De concrete materialiteit van dit object spreekt de abstractie van pure vlakken tegen. Ook de kei vooraan op het podium is dubbelzinnig: het is geen perfecte kei maar een imitatie in gips. Pas later in de voorstelling verandert een briljante belichting de panelen van een vreemd obstakel in een abstracte fond die de dans mooier laat oplichten.
Een mooi werk dus. Maar helaas ook een beetje autistisch in zijn expressie. Als kijker heb je erg weinig houvast om de inzet of richting van dit werk te vatten, om er in 'mee te gaan'. Daar wreekt te veel abstractie zich toch.