Lichaamspoëzie en macht
Jack Gallagher rekent af met vorm van dans die gestoeld is op een 'groot verhaal' of strakke bewegingstaal
Bodies Anonymous is het Rotterdamse ensemble van choreograaf Jack Gallagher (VS) en dramaturge Fransien van der Putt (Nederland). Voor de première van hun nieuwe voorstelling, Empty White Horse, weken ze uit naar de Monty in Antwerpen. De reden? In een gesprek geeft Gallagher blijk van een vrij on-Nederlandse of on-Amerikaanse zin voor intellectuele bespiegeling. In België is die wel aan de orde.
Gallagher spreekt bedachtzaam, dromerig bijna. Hij rijgt denkbeelden associatief en met grote gedachtesprongen aan elkaar. Toch blijkt dat de inzet van zijn nieuwe stuk scherp en precies is. Hij wil afrekenen met een vorm van dans die gestoeld is op een 'groot verhaal' of een strakke bewegingstaal. In plaats daarvan zoekt hij naar een dansvorm die het lichaam in al zijn aspecten laat zien. Een multi-voiced body noemt hij dat. Opmerkelijk genoeg wil hij het vooral over het mannelijk lichaam en de mannelijke fantasie hebben. Videobeelden, één oudere muzikant-acteur en één danseres moeten de presentatie van het 'lichaamsproces' van drie mannelijke dansers in dit stuk ondersteunen.
Gallagher: "Ik groeide op in de Amerikaanse danswereld. Vernieuwing staat er hoog aangeschreven. Het is er de plicht van elke choreograaf om aan de ontwikkeling van het medium zijn steentje bij te dragen. Dat betekent dat elk oeuvre, of het nu om romantisch ballet, neoklassiek ballet, moderne of postmoderne dans gaat, een alomvattend statement is van de choreograaf. Hij vervult een diep gevoelde plicht, zowel tegenover het publiek als tegenover zichzelf. De danser vervult daarbij slechts een ondergeschikte rol. Je kunt je de vraag stellen waar dat plichtsgevoel vandaan komt."
Gallaghers antwoord begint met een lange omweg via de geschiedenis van de dans. "Erg algemeen kun je stellen dat dans binnen ons culturele systeem sinds de barok de uitdrukking, de symbolische voorstelling is van een dominante, blanke, mannelijke cultuur. Dans, als disciplinering van lichamen volgens bepaalde regels, werd bepaald, geregeld, aangeleerd en bewaakt door mannen. Dat kun je niet los zien de algemene ontwikkeling van de westerse cultuur. Die streefde er, zoals Michel Foucault aantoonde, sinds die tijd naar om het lichaam te bezetten en te disciplineren. Die dominante cultuur had dus altijd een koloniaal karakter: al wat zich buiten de dominante cultuur bevond, werd beschouwd als te veroveren terrein. Het is een cultuur waarin macht, symbolisch voorgesteld door de vader, een hoofdrol speelt. Daarom spreekt men ook van een patriarchale cultuur."
Om die macht is het Gallagher te doen. "Macht is onvatbaar. Je kunt ernaar verlangen, je kunt ze ondergaan, ze is alomtegenwoordig, maar tegelijk is het moeilijk om ze concreet aan te wijzen of intellectueel te verklaren. Net dat onuitgesproken maar alomtegenwoordig karakter van de macht maakt dat ze werkt. En wel heel direct: macht manifesteert zich in de concrete manier waarop lichamen zich gedragen of waarop we een plek innemen in de samenleving. Door een toevallige ontmoeting met twee Surinaamse jongens, een tweeling uit een kansarm milieu, werd ik met mijn neus gedrukt op de manier waarop macht functioneert in een patriarchale cultuur. De vader van die jongens zat in de gevangenis. Ik dacht dat ik, als een soort plaatsvervangende vader, een rolmodel voor hen moest zijn. Onzin natuurlijk. Ze bleken best in staat om voor zichzelf een toekomstbeeld, een levenspad uit te tekenen aan de hand van informatie die ze her en der bijeensprokkelden. Het was alsof ze geen 'echte' vader nodig hadden. Fransien wees mij erop dat dat allerminst verwonderlijk was. Hoe gek het ook klinkt, een wezenlijk kenmerk van een patriarchale structuur is namelijk dat de vader niet, of toch niet altijd, aanwezig hoeft te zijn. Om alweer een beeld van Foucault te gebruiken: de macht werkt als een panopticon. Dat is een gevangenis waarin de gevangene nooit zeker weet of de bewaker hem al dan niet in de gaten houdt. Om met die onzekerheid te kunnen leven leert hij de tuchtregels van de gevangenis te 'verinwendigen'. Hij maakt zich de blik van de bewaker eigen. Zijn gedrag wordt zo helemaal getekend door de macht die over hem uitgeoefend wordt. Om nu terug te keren naar onze choreograaf van in het begin: die macht wordt op de duur ervaren als een gevoel van plicht, een nood om zich te conformeren aan een bepaalde regel. In het geval van de choreograaf dus de plicht tot vernieuwing."
Hoe zet je zo'n complexe redenering dan in een stuk om? Gallagher: "In het eerste deel laat ik drie jonge mannelijke dansers alle ontwikkelingsstadia van de moderne dans doorlopen in een half uur tijd. Ik toon hoe elke dansvorm een specifiek lichaamsbeeld, een gedragsmodel incarneert. In het tweede deel vallen die regels volkomen weg en moeten de drie dansers aan hun eigen weg timmeren. Daar zie je meer hedendaagse rolmodellen opduiken, maar je ziet ook hoe ze daarmee worstelen. De vrouw die opduikt, is een contrapunt, een antimodel. Ze slorpt de aspiraties van de mannen op en kaatst ze terug. Ik hoop dat er zo een soort poëzie ontstaat van lichaamsbeelden die niet passen in een groot verhaal dat alles verklaart."