Helder werk in het halfduister: De dansers laten de beperkte scenografie niet aan hun hart komen, wat zeker in het eerste en derde deel puur kijkplezier oplevert
Helder werk in het halfduister
De dansers laten de beperkte scenografie niet aan hun hart komen, wat zeker in het eerste en derde deel puur kijkplezier oplevert
Dans l Dynamic Dances van Koninklijk Ballet van Vlaanderen
Pieter T'Jonck
Na het imposante Impressing the Czar neemt het Koninklijk Ballet van Vlaanderen met de compilatievoorstelling Dynamic Dances wat gas terug. Op het programma staat werk van neoklassieke snit van Robert Hill en Richard Tanner en een avontuurlijker materiaal van Douglas Lee.
De avond heeft helaas zijn naam niet mee. Als je te pas en te onpas bekogeld wordt met slogans over dynamiek hoeft een portie dynamische dans niet meer zo nodig. De vlag dekt echter de lading niet. In negatieve zin: voor deze avond werd erg spaarzaam met middelen omgesprongen. Er is bijvoorbeeld nauwelijks een scenografie die naam waardig te bespeuren. Het goede nieuws is echter dat de dansers dat niet aan hun hart laten komen.
Zeker het eerste en derde deel zijn puur kijkplezier. Revelry van Robert Hill, gecreëerd voor de American Ballet Studio Company, is een bedrieglijk eenvoudig, kort duet op conventionele orkestrale muziek van de Amerikaan Lowell Liebermann. Het werk is vooral een vehikel voor de twee dansers (bij de première Aki Saito en Howard Quintero), zodat die hun kwaliteiten kunnen demonstreren. Waarvan akte. Revelry opent met een duet, waarna elke danser ruim baan krijgt voor uitgewerkte solo's. Solo's en duetten wisselen elkaar af en omlijsten het middendeel, een pas de deux. Die speelt zich af in het halfduister, tegen een oplichtend achterdoek, als in een Chinees schimmenspel. Helder werk, met een schijnbaar vanzelfsprekende virtuositeit, dat vooral de echte balletliefhebber zal waarderen.
Ancient Airs and Dances, een werk uit 1992 van Richard Tanner voor het New York City Ballet op muziek van de Italiaan Ottorino Respighi, heeft de kwaliteiten van Revelry, maar is breder van opzet. Drie pas de deux van drie koppels worden in- en uitgeleid door een beweging voor negen koppels. De dans sluit precies maar verbeeldingrijk aan bij de merkwaardig barok klinkende compositie van Respighi, die nochtans werkte op de overgang tussen de 19de en 20ste eeuw. De figuren van een hofdans worden elegant geëvoceerd. Het werk heeft geen andere pretentie dan intelligent vermaak te bieden, maar doet dat met brio. De dansers vullen die oefening ook mooi in. Enkel jammer van het vlakke lichtontwerp en de zouteloze kostuums.
Rubicon Play van de Brit Douglas Lee, op muziek van de Duitser Frank Henne, werd gecreëerd in opdracht van het KBvV. Het werk tapt uit een heel ander vaatje. Het drijft, ondanks het gebruik van de klassieke taal, vooral op sterke dramatische accenten die ontstaan door het oprekken van de ballettaal tot haast expressionistische beelden. Vooral de inventieve trio's leveren fascinerende momenten op. Elders is het echter te vaak de vraag waar de choreograaf op aanstuurt met gezochte, maar ook banale scenografische effecten. Ook de dans zelf lijdt door zijn expressionistische trekjes onder effectbejag. Wat dramaturgische ondersteuning was hier op zijn plaats geweest.
WAAR EN WANNEER Nog vandaag en morgen in Theater 't Eilandje (03/203.95.85). Daarna onder andere in Hasselt en Roeselare (www.koninklijkballetvanvlaanderen.be)
n Een scène uit Rubicon Play van de Brit Douglas Lee, waarin de ballettaal opgerekt wordt tot haast expressionistische beelden.