Theater in vreemde tijden

De Tijd 11 May 2004Dutch

item doc

Een gebeuren als het KunstenFESTIVALdesArts, waar liefst 35 voorstellingen de revue passeren, kan je wellicht nooit onder één noemer vangen. Toch valt één ding bij deze editie op: zowat alle voorstellingen op dit festival geven op één of andere wijze blijk van een haast antropologische belangstelling voor de manier waarop mensen de oprukkende moderniteit en het 'globalisme' subjectief verwerken.

In het oog springende tegenpolen zijn ongetwijfeld Abbas Kiarostami's registratie van de toeschouwers tijdens een 'Ta'ziyè', een Iraanse ritueel theater, en 'Bloody Mess' van Forced Entertainment.

Een 'Ta'ziyè' is een theatrale voorstelling van het martelaarschap in de zesde eeuw van Imam Hussein, de kleinzoon van Mohammed en derde Imam van de sjiïeten. Vanaf de tiende eeuw herdenken gelovigen in Iran dit feit in een rituele viering. Lange tijd was dit één van de weinige toegelaten vormen van theater in Iran. Op het platteland is deze traditie nog springlevend. Kiarostami toont het gebeuren op drie schermen tegelijk. Een klein scherm in het midden toont de opvoering: de 'slechten', in het rood, vermoorden de 'goeden', in het groen gekleed. Het stuk is uiterst gestileerd: de antagonisten spreken elkaar toe in lange gezangen. Je vermoedt een verheven, emotioneel geladen lyriek, wellicht verwant is aan onze hoofse lyriek. Dat ligt echter niet in de eerste plaats aan de film van het gebeuren zelf. In wezen is dat een documentaire van een volksgebruik. De crux van deze vertoning ligt in de flankerende grote schermen, die in close-up de vrouwelijke en mannelijke helft van het publiek volgen vanaf het ogenblik dat ze elk hun tribune betreden tot op het einde van het drama.

Topcinema

Dit is topcinema, met een scherp oog voor detail. Bijvoorbeeld voor de verschillende wijze waarop mannen en vrouwen zich verhouden tot de camera. De mannen kijken afwachtend voor zich uit. De vrouwen daarentegen maken door steelse blikken naar elkaar en naar de camera, terwijl ze hun hoofddoek schikken, duidelijk hoe bewust ze zich zijn van de camera - en dus ook van andere blikken die op hen vallen. Een modern en een oud bewustzijn schuiven hier over elkaar heen. Naarmate de film vordert, worden echter vooral oude ervaringswijzen en de manier om die uit te drukken zichtbaar. Terwijl het religieuze drama zijn ontknoping nadert, raken mannen zowel als vrouwen steeds meer in de ban van het verhaal. Ze geven daar ook publiek uitdrukking aan door zich collectief op de borst te slaan - een conventioneel gebaar -, maar tegelijk vloeien ook rijkelijk echte tranen - de uitdrukking van een reële ontroering. Kiarostami houdt ons hier een ontnuchtrende spiegel voor: terwijl wij in het westen geloven dat emotie enkel in intieme kring en in een hoogst individuele vorm toonbaar is, blijkt hier hoezeer onpersoonlijke conventies van een grote groep mensen toch tot een bevrijdende en reële emotionele ontlading kunnen leiden.

'Bloody mess' van Forced Entertainment (zie recensie in De Tijd van gisteren) toont wat er rest als het kader wegvalt om de eigen ervaringen te plaatsen en uit te drukken: inderdaad 'a bloody mess'. Het voorspel waarin elke acteur zijn personage voorstelt vat het stuk in een notendop samen: tien performers zoeken emotionele vervulling door het publiek voor zichzelf en zichzelf alleen te winnen. De enige weg die ze daartoe zien is een obscene intimiteit met dat publiek. Onverbloemd gooien ze hun ambities en persoonlijke drijfveren te grabbel. Het vervolg is al te voorspelbaar. De voorstelling valt uiteen onder een lawine van ongewenste confidenties en manifestatiedwang. Of anders gezegd: als persoonlijke emoties, niet gesteund door enig kader, enig verhaal, enige conventie de werkelijkheid (en zeker de podiumwerkelijkheid) in beslag nemen leidt dat niet tot ontroering, maar tot een obscene drab van obsessies en krampachtige uithalen. Het publiek rest slechts een besmuikt lachen.

Stedelijke keerzijde

Een meesterwerkje, letterlijk ter grootte van een tafel, is 'Dans op glazen' van Amir Reza Koohestani en de 'Mehr Theatrical Group'. Alweer een Iraans werk, maar dit stuk belicht de stedelijke keerzijde van Kiarostami's plattelandsverhaal. Een jonge man en vrouw zitten aan beide uiteinden van een lange tafel, met het publiek aan de lange zijden. Hij is geobsedeerd door dansen, zij is van huis weggelopen en zoekt een nieuw leven. Hij wil haar op glazen leren dansen en jaagt haar door eindeloze oefensessies. Die zijn een nauwelijks verholen middel om haar aan zich te binden. Langzaam wordt duidelijk dat zijn aanspraken op haar zo dwingend zijn dat ze pathologisch worden. Door haar naam, Shiva, gelooft hij dat zij een incarnatie is van de Indische God van de vernieling. Voor die vernieling wil hij haar behoeden door haar te kneden tot een perfecte danseres. Zij ontmaskert die bekommernis in een onthutsend gesprek. De spanning van het stuk zit niet alleen in die psychologische krachtmeting, al is die verbluffend geacteerd. Achter de wanhopige sprongen van deze twee katten in nood voel je de krachten van de samenleving die hen in deze onmogelijke situatie bracht. Ze kunnen zich niet vrijuit verhouden, maar evenmin terugvallen op oude relatiepatronen. Van die laatste blijven alleen de meest dwingende schema's over: het meisje raakt niet weg omdat ze zelf geen taxi kan bellen_ .

Edit Kaldor probeert in haar 'New game' te tonen hoe je toch kan opgroeien in een samenleving zonder wegwijzers op persoonlijk vlak. Ze gebruikt daarvoor de metafoor van een computerspelletje. Het idee is leuk, maar waar het medium pc in haar vorige performance 'Or press escape' onontwarbaar met de inhoud van het werk verbonden was, leidt het gedoe met beeldschermen hier enkel tot een moeizaam opgebouwd verhaal. Dat mist zozeer scherpte dat het op een haar na in gemeenplaatsen vervalt. Dat geldt in zekere zin ook voor Kinkaleri's 'I Cenci/Spettacolo', een absurde, door Artaud geïnspireerde opeenstapeling van acties. Het punt is duidelijk: in deze wereld is alles slechts schijn en representatie. In zekere zin ontmaskert de groep de onwerkelijke ongein van een avondje RAI door zijn krankzinnige persiflage vol zinloze acties. Maar daar heb je Artaud niet voor nodig. De tv-zender RAI zelf overtuigt je daar avond na avond van.