Isidora Duncan: My Life

Kunst en Cultuur 15 Jan 1969Dutch

item doc

Van Isadora Duncan (1877-1927) heb ik altijd nogal een beperkt beeld gehad: dat van een eerder plompe vrouw, die barrevoets en in een wit doorschijnend tuniekje op akkoorden van Wagner en Beethoven – of ook wel eens van Chopin en Gluck – haar hart en ziel uitdanste voor de gegoede burgerij uit Berlijn, Londen, Parijs of Sint-Petersburg. Denk er een scheut Griekse mythologie bij, gekruid met wagneriaanse en nietzscheaanse hoogdraverij, geroerd door een hyper-suffragette, en het beeld wordt hoe langer hoe negatiever. Maar gelukkig moest ik dit beeld grondig herzien na het lezen van haar zopas opnieuw verschenen autobiografie. (Isadora Duncan, My Life, Sphere Books, 5 s.). Ik begin trouwens te geloven dat dit beeld (blijkbaar niet alleen bij mij zo negatief!) gekleurd werd door een misogyne overlevering… Bovendien hebben we te maken (gehad) met de opvolgers van Duncan: dansscholen die zich beroepen op wazige ideeën en drijven op een gebrek aan technisch en ander kunnen om je reinste dilettantisme in stand te houden. De ‘zielsexpressie via de dansbewegingen’ deden dienst als goedkoop excuus voor een schromelijk gebrek aan echte expressie. De lezer van Duncans dagboek zal niet veel meer te weten komen over de danskunst van deze vrouw die bij het begin van deze eeuw heel West-Europa in rep en roer bracht door haar semi-improvisatorische bewegingen op muziek. Slechts terloops spreekt ze theoretisch over haar kunst omdat deze voor haar evenmin gebonden hoeft te zijn aan regels als het leven zelf. Laat men de mythologische en mystieke referenties weg dan klinkt Duncans levensvisie erg eigentijds. Wat eigenlijk verrast, is dat deze Amerikaanse slechts oppervlakkig aangeraakt scheen te worden door de West-Europese fin-de-siècle-sfeer en maniërismen. Ze wordt er niet door overspoeld. Integendeel, haar ongehoorde vitaliteit doet dit esthetiserend vernisje regelmatig openbarsten. Ze gaat hevig te keer tegen alle vormen van verstarring en beklemming, en uit deze in 1928 voor het eerst gepubliceerde bladzijden spruit een levensdrang en levensvreugde voort die, men kan het zich inbeelden, echt communicatief moeten zijn geweest. Ze is ‘revolutionair’ in haar hele manier van zijn. Niet alleen omdat ze als een soort van Passionaria tijdens haar dansoptredens het publiek dikwijls vlammend toespreekt, maar ook en vooral omdat ze heel haar vrouwelijke wezen affirmeert. “It is simply absurd that with our modern science, painless childbirth does not exist as a matter of fact” is een uitspraak die in zijn tijd wel enig effect zal hebben gehad. Ze is tegen het huwelijk, dat ze als een vorm van subtiele slavernij voor de vrouw ziet, en leeft zonder het minste schuldgevoelen met de mannen die haar bevallen. Althans voor zover zij haar als vrouw respecteren. Zo bijvoorbeeld vertelt ze met fierheid dat ze aan de verleidelijke d’Annunzio heeft kunnen weerstaan. Hij zei: “I have conquered all the women in the world, but I have yet to conquer Isadora.” Nou, denkt ze, als hij mij als een collectiestuk ziet dan I am just going to be unique. I am to be the only women in the world to resist d’Annunzio. ” En ze houdt haar woord.

Het dagboek eindigt abrupt; in 1921 krijgt Isadora het volgende telegram van de Sovjetregering: “The Russian Government alone can understand you. Come to us; we will make your school. ” En ze vertrekt naar deze ‘Nieuwe Wereld’. Wat er verder van Duncan geworden is verneemt men uitgebreid in een zopas verschenen werk The Russian Years (Illya Iiyitch Schneider: Macdonald). Misschien verneemt men er ook het waarom in van haar (kortstondig) huwelijk met de dichter Esenin.

Het toeval wil dat ik gelijktijdig met deze autobiografie van Isadora Duncan de Engelse uitgave van Eros and Civilistion van Marcuse (Sphere 7s.6d.! In dezelfde reeks vescheen ook One Dimensional Man, eveneens aan 7s.6d.) aan het lezen was, en het werd me hoe langer hoe duidelijker dat iemand zoals Duncan beter in het tijdvak van Marcuse zou hebben gepast dan in een vorig, waar ze toch maar als een curiosum of een esthetisch product werd beschouwd, terwijl haar bekommernissen heel wat verder en heel wat dieper reikten. Het is daarom ook geen toeval dat er plots zo veel hernieuwde interesse is voor haar. Nog dit seizoen krijgen we Isadora een Britse superproductie van Karel Reisz (de man van Saturday Night, Sunday Morning) in de bioscoop te zien. De titelrol zal er worden vertolkt door Vanessa Redgrave. En dezer dagen kon men op onze BRT ook een uitzending van de Britse Televisie bekijken die aan deze merkwaardige figuur is gewijd. Het wordt een Duncan-jaar.

Naschrift

Wie de film van de BBC over het leven van Isadora Duncan heeft gezien op de BRT zal mijn enthousiasme voor deze figuur waarschijnlijk erg bizar vinden. Dat komt dan omdat Ken Russel (ook co-auteur van het draaiboek met Sewel Stokes) vooral en bijna uitsluitend aandacht gehad heeft voor de anekdotische zijde van Duncan, waarbij dan nog de meest interessante, zoals de ontmoeting met d’Annunzio, Grodon Craig, Stanislavsky en Eleonara Duse buiten beschouwing werden gelaten. Een portret van iemand maken is nog iets anders dan een chronique schandaleuse schetsen. Ook de realisatie als dusdanig leek me vooral op erg goedkope effecten te speculeren waardoor de efficiëntie volledig zoek geraakte.