Het onbehagen in de cultuur

De Tijd 22 Jan 2003Dutch

item doc

Als een podiumvoorstelling schijnt te ontsnappen aan alle gangbare genre-classificaties, wordt ze vaak geregistreerd als dans. Vermoedelijk wordt het werk van Davis Freeman en Lilia Vieira Mestre daarom als dans aan de man gebracht. Antropologische of historische verkenningen zou nochtans een betere omschrijving kunnen zijn van wat ze met hun gezelschap Random Scream proberen te doen.

Mestre en Freeman hebben een erg verschillende achtergrond. Lilia Mestre droeg, onder andere bij Vera Mantero, haar steentje bij aan de schuchtere opbloei van hedendaagse dans in Portugal. Later belandde ze bij Les Ballets C. de la B. waar ze meespeelde in Hans van den Broecks They feed, we eat, eat, eat. Davis Freeman, de jongere broer van Meg Stuart, werd zowat in het theater geboren. Hij verdiende lange tijd de kost als theater- en filmacteur in de VS. Op aanmoediging van zijn zus kwam hij naar hier, en hij acteerde ook in They feed, we eat, eat, eat.

Visueel

Een gezelschap in de gebruikelijke zin van het woord kun je Random Scream eigenlijk niet noemen. Het is eerder een structuur, of zelfs maar een verzamelnaam voor een aantal projecten waar Mestre en/of Freeman en anderen bij betrokken zijn.

Of Random Scream dan vooral voor een bepaalde esthetica staat?

Lilia Vieira Mestre: We werken met verschillende media, gaande van fotografie en film tot podiumwerk. De gemene deler is dat het om visueel werk gaat. We tonen dingen, maar we ontwikkelen ze niet als een verhaal met personages. In Untitle me bijvoorbeeld worden allerlei beelden op mijn lichaam geprojecteerd, zodat je allerlei mogelijke interpretaties van mijn lichaam te zien krijgt. Maar de kijker moet het beeld afmaken. Maatschappelijke kwesties spelen in ons werk een belangrijke rol. Maar het gaat er ons niet om een bepaalde waarheid aan het licht te brengen. De inzet bestaat er integendeel in de ogen van de toeschouwer te openen voor de meerduidigheid van dingen.

Davis Freeman: Een werk als Universal Minutes, dat we maakten in Salzburg is een goed voorbeeld. We vroegen aan zes fotografen om gedurende een welbepaalde minuut zoveel mogelijk fotos te maken van de stad. Die oefening herhaalden we vier dagen na elkaar. Uit die fotos selecteerden we per fotograaf en per dag een foto. Wat blijkt dan: zelfs mensen die Salzburg goed kennen werden geconfronteerd met een voor hen onbekend beeld van die stad. Ook die knusse stad blijkt een schaduwzone, een zelfkant te hebben. Ook in ons theaterwerk komen vooral gewone, dagdagelijkse bewegingen aan bod, eerder dan het spectaculaire en uitzonderlijke. Random Scream is voor ons vooral een vehikel om de complexiteit van de wereld om ons heen zichtbaar te maken. Het medium speelt daarbij een ondergeschikte rol. Als het aan mij lag zou ik best ook wel een opera willen maken.

Het aspect randomness in Random Scream is zo verklaard. Maar waar komt de scream vandaan? Gaat het om een kreet van pijn?

Mestre: Je kunt het zo bekijken. Maar ik associeer scream in de eerste plaats met iets loslaten, iets de wereld in sturen.

Confrontatie

Het werk van Freeman en Mestre heeft vaak iets ongemakkelijks. Hun Too shy to stare lokte heel heftige emotionele reacties uit bij toeschouwers. Als bij de meeste van hun projecten is het uitgangspunt de eenvoud zelf. Toeschouwers moeten vooraf een foto van zichzelf laten trekken. Tijdens de voorstelling kunnen ze zeven kleine installaties bezoeken waar ze telkens in hun dooie eentje geconfronteerd worden met acteurs die de foto van hun gelaat als een masker dragen.

Freeman: In een installatie staart de muzikant Gerrit Valkenaers je een minuut lang aan. Tussen zijn instrumenten bevindt zich een foto van de toeschouwer met gesloten ogen. Dan improviseert hij speciaal voor de bezoeker een muziekstuk. Dat blijkt heel confronterend. Het kwam veel bezoekers voor alsof ze hun eigen begrafenisplechtigheid bijwoonden. In een andere kamer staat de kijker tegenover een man en een vrouw die beiden zijn gezicht als masker dragen. Voor zijn ogen masseren ze elkaar. Het hele spanningsveld van mannelijkheid en vrouwelijkheid, de structuur van het verlangen om te liefkozen of geliefkoosd te worden komt hier heel dichtbij.

Racisme

Fading Fast is na 11th hour misschien wel het meest theatrale werk van Freeman en Mestre. Voor dit stuk nam het stel zich voor om elk voor zich een korte performance uit te werken, om nadien, op basis van de raakvlakken tussen beide stukken, een derde deel te verzinnen. Wellicht niet toevallig blijken beide performances te draaien rond de vraag hoe de cultuur ons een rad voor de ogen kan draaien, ons kan verleiden of dwingen om dingen te doen die in rationeel opzicht onzinnig zijn. Mr. Minstrel/a pope is dead van Davis Freeman is bijvoorbeeld een heel wrange bespiegeling over de (bedenkelijke) Noord-Amerikaanse traditie van de minstrel, een blanke acteur die zwart geschminkt de zwarten uitbeeldt als een bronstige, muzikale maar vooral ook inferieure mensensoort.

Freeman: Dit verhaal was voor mij een middel om tot een vergelijk te komen met mijn eigen voorgeschiedenis. Mij grootvader was zo'n minstrel. Hij was echter niet alleen iemand die zwarten op een ontoelaatbare manier ridiculiseerde, in zekere zin was hij ook zelf een slachtoffer. Hoe minder hij dit soort variété nog wilde beoefenen, hoe meer hij ertoe gedwongen werd door omstandigheden. Bovendien was hij, als jood dan nog wel, lid van de KuKluxKlan! Hoe bizar en verwrongen dat is, blijkt uit het feit dat hij enkel tot die beweging toetrad om te verhelen dat hij jood was. Ondertussen behoren deze shows definitief tot het verleden. Het racisme dat eruit blijkt is een te hete maatschappelijke aardappel geworden om ze nog toe te laten. Voor mij gaat het echter om meer dan een historisch fait divers. Het gaat om mijn eigen grootvader. Hoe verkeerd of verwrongen hij ook was, hij is ook mijn grootvader.

Dierlijkheid

Missing Link, de solo van Lilia Mestre, tapt uit een heel ander vaatje.

Mestre: Mijn voorstelling gaat ook over identiteit, meer bepaald over representaties van het lichaam. Ik benader die kwestie niet, zoals Davis, via mijn persoonlijke geschiedenis, maar via de algemene geschiedenis van de menselijke soort. In een eerste deel toon ik door welke houdingen en posities een lichaam macht kan uitstralen. In een tweede deel kijk ik waar daarbij dan de scheiding ligt tussen mens en dier. Een van de vaststellingen die je kunt maken is dat het verschil tussen een aap en de mens ligt in de sterkere beharing van de aap. Blijkbaar leggen we onbewust een link tussen harigheid en dierlijke obsceniteit. In de porno-industrie bijvoorbeeld zijn lichamen onveranderlijk glad geschoren. Pornografie is een soort nette dierlijkheid, een dierlijkheid die van zijn uiterlijke tekens ontdaan is. Die paradox breng ik in mijn voorstelling aan het licht door een fluwelen kostuum met overvloedige beharing aan te trekken. Op die manier steek ik ook de draak met de kledingmode waarin diermotieven en -huiden gebruikt worden. In een derde deel van de voorstelling ten slotte toon ik het rituele, het fantasmatische lichaam.

De uitdaging van Fading fast ligt echter voor de performers vooral in het derde deel van de voorstelling, waarin ze onderzoeken hoe ze elkaar beïnvloeden en/of waar hun voorstellingen raakpunten vertoont. In tegenstelling tot Mr. Minstrel en Missing Link is dit derde deel nog steeds aan het evolueren.

Freeman: Kijkers reageren heel verschillend op de twee delen van de voorstelling. Blijkbaar worden ze sterk uitgedaagd door de verschillende benadering en inhouden van de twee delen.

Mestre: Fading Fast dwingt de kijker blijkbaar tot heel actieve participatie. Je moet keuzes maken.

Fading Fast staat in de Kaaitheaterstudios van 23 tot 25 januari, telkens om 20.30u.. Inlichtingen en reservering : 02/201.59.59 of www.kaaitheater.be