Café Onzekerheid: Werk van choreograaf Thomas Plischke in de Beursschouwburg en tijdens Brugge 2002
Café Onzekerheid
Werk van choreograaf Thomas Plischke in de Beursschouwburg en tijdens Brugge 2002
De Frankfurtse choreograaf, videast en duivel-doet-al Thomas Plischke is de komende maanden niet van 's lands affiches te branden. Plischke opereert dezer dagen echter niet meer alleen: in plaats van zichzelf als maker en auteur naar voren te schuiven, werkt hij vanuit een collectief met de naam 'Frankfurter Küche (FK)'. Naast hem staan ook Kattrin Deufert, doctor in de theaterwetenschappen en performer, en Pirrko Husemann, onderzoeker en performer. Een gesprek met Plischke en Deufert. Pieter T'JONCK
Na Plischkes passage in de Gentse Vooruit, waar hij herwerkingen van vroegere solo's en een nieuwe film toonde, is hij te gast in de Beursschouwburg met een nieuw werk. Vlak daarna duikt hij op in het 'Octopus'-project van Brugge 2002 met drie installaties. In november doet hij opnieuw de Vooruit aan voor een driedaags evenement 'b-visible'. Plischkes carrière kent een steile opgang. Al tijdens zijn studieperiode bij PARTS maakte hij voor zichzelf twee solo's, 'L'homme à sortir avec son corps' en 'Fleur', die behoorlijk wat opzien baarden. Nadien volgde nog 'Demgegenüber Borniertheit', een solo voor danseres Alice Chauchat. Het merkwaardige aan deze drie solo's is dat ze barstensvol historische referenties zitten en bovendien heikele theoretische kwesties aan de orde stellen, maar dat doen op een ogenschijnlijk vanzelfsprekende manier.
'Demgegenüber Borniertheit' bijvoorbeeld demonstreert op bijna didactische manier dat onze waarneming van een gebeurtenis door de context zo sterk gemanipuleerd kan worden dat we niet meer opmerken dat we in feite drie of vier keer na elkaar dezelfde korte dans zien. En dat gewoon doordat Chauchat de dans telkens in een andere tenue uitvoert. Die kwestie van herhaling en verschil speelt in de andere solo's een minstens even prominente, maar minder helder te omschrijven, rol. In 'Fleur' lijkt het alsof het lichaam van de danser op onvoorspelbare momenten de controle verliest en bezet wordt door een ander, ouder lichaam dat niets van de sierlijkheid en zelfbeheersing van de danser heeft. In 'L'homme à sortir_', dat geïnspireerd werd door het levensverhaal, maar ook door de tekeningen en geschriften van Antonin Artaud, gaat Plischke nog net een stap verder. Hier zal de herhaling de betekenis van de bewegingen, die aanvankelijk vrij duidelijk lijken, gaandeweg vernietigen. Beide voorstellingen kennen krasse beelden, waarin de grens tussen auto-erotiek en zelfkwelling in de eindeloze herhaling flinterdun wordt. Thema's als het imaginaire van identiteit en het onherleidbare van bewegingen tot een duidelijke betekenis, zullen blijven terugkeren in Plischkes werk. De titel van het latere fotoproject 'Auto-Erotic Self-Sisyphus' vat dat in een slagzin samen.
Herhaling
Overigens blijft Plischke deze drie solo's, die samen zijn artistieke uitvalsbasis vormen, steeds verder herwerken. Volstrekt logisch, vanuit zijn uitgangspunt dat men zichzelf niet kan herhalen. Dat kan echter tot vreemde resultaten leiden, zoals onlangs bleek in de Gentse Vooruit waar 'L'homme à sortir_' herdoopt was tot 'In Ex Haustible' en meteen ook gemuteerd bleek tot een totaal nieuw stuk. Je ziet er Pliscke, bijgestaan door de Japanner Yasuo Akai, een reeks sierlijke en/of bevreemdende daden stellen, die pas duidelijk worden als het verhaal een tweede keer overgedaan wordt. Nu wordt bij de bewegingen een verhaal verteld. Dat verhaal vertelt het griezelige einde van de film 'Hannibal', de 'sequel' van 'The silence of the lambs'. De psychopaat Hannibal Lecter dient er de hersenen van een man voor de ogen van de verbijsterde, maar verdoofde FBI-agent Clarice Starling, als maaltijd op. Tussen beide versies van het verhaal laat Plischke een gipsen doodsmasker van Artaud op de scène zakken, zaagt de kop eraf en verstrooit het goudpoeder in de kop met twee ventilators op de scène. Plischke: 'Ik noem Lecter hier systematisch dokter L. Je weet dat Lecter een psychiater is, maar dokter L. verwijst ook naar de geschriften van Artaud, waarin hij het steeds heeft over de gehate dokter L. Tot nu toe nam men aan dat het ging om dokter Lautremolière, maar onlangs kwam aan het licht dat het om Jacques Lacan gaat. Lacan maakte de kapitale vergissing om Artaud naar een gesticht te sturen, omdat hij vermoedde dat de man nooit meer iets zou schrijven. Nu, daar zijn nog dertig volumes geschriften op gevolgd. Maar dat toevallig overeenstemmen van initialen is maar een binnenpretje in deze voorstelling. Ik had gelijk welke film als uitgangspunt kunnen nemen. Wat ik toon is dat je niet zonder meer een handeling op scène als een volwaardig teken kan beschouwen. Hij betekent niet uit zichzelf iets. Die retoriek van de theatersemiotiek houdt geen steek.' Deze op het eerste gezicht elementaire basisgedachte verbergt echter een veel ruimere ambitie, zo blijkt uit het verdere gesprek, waarin het gaat over de oprichting en doelstelling van 'Frankfurter Küche (FK)'.
Mentale ruimte
Na de solo's richtte Plischke immers met enkele vrienden de 'BDC-compagnie' op, waarmee hij kort na elkaar, onder andere op vraag van Springdance in Utrecht, drie voorstellingen maakte. Klap op de vuurpijl en tevens einde van deze periode was de tiendaagse happening die hij organiseerde in de Brusselse Beursschouwburg. Het was een volstrekt uniek gebeuren, waarbij de klok rond voorstellingen, films, lezingen, workshops, tentoonstellingen en voorstellingen van Plischke zelf en van verwante kunstenaars te volgen waren. Kort daarop vertrok Plischke naar Brazilië voor een werk in de sloppenwijken van Rio. Bij zijn terugkeer werd BDC opgeheven, en richtte hij met dramaturgen/theatermakers Kattrin Deufert en Pirrko Husemann (FK) op. Plischke: 'BDC werd opgeheven omdat ik weigerde een institutie te worden. Je komt dan terecht in een logica van groot, groter, grootst met alle risico's die dat meebrengt als je in laatste instantie de enige verantwoordelijke bent.' Kattrin Deufert: 'Bovendien neigen instituten ertoe om niet het werk dat je doet te vergoeden, maar enkel de producten die je aflevert. Dat heet productiedwang. Toen we elkaar ontmoetten tijdens het project in de Beursschouwburg besloten we daarom (FK) op te zetten met een beperkte looptijd van twee jaar, als middel om ruimte te maken voor artistiek onderzoek. Dat kan allerlei vormen aannemen, van voorstellingen en films tot lezingen en debatten.' Plischke: 'We zoeken een manier om te spreken met het lichaam als een lichaam, en niets anders. Voor ons geen politiek-correct denken over de 'ander' of het 'andere lichaam'. Dat soort discours is op zich wel interessant - we zijn zelf de hele tijd aan de slag met teksten van Lacan en Foucault - maar tegelijk functioneert het binnen een door mannen gedomineerd machtsdenken.' Deufert: 'Je ziet het in universiteiten, waar een zeker discours vaak slechts voorwendsel is voor een machtsstrijd tussen academici. Om als wapen te kunnen dienen moet dat discours interessant en elegant geformuleerd worden. Op die manier is een begrip als de 'Ander' een pasmunt geworden voor steeds meer van hetzelfde.' Plischke: 'Zowel de taal als de beweging of het lichaam worden gefetisjeerd tot concepten. Wij zoeken nu net naar een mentale ruimte waarin je afstand kan houden van deze geplogenheden, waar je deze vaststaande concepten kan openbreken om een eigen mentale ruimte te creëren. Wij willen koffie drinken in café onzekerheid in plaats van aan te schuiven in het restaurant 'de Ander'. Het werk dat we nu maken heeft daarom een parodische structuur in de oorspronkelijke zin van het woord. Door dingen te herhalen binnen een andere context breken we de betekenis ervan open. Soms steken we ook gewoon de draak met dingen, ruw en ongemanierd. Ons werk heeft de vorm van een 'incident', iets wat tussen twee stoelen valt, een onverwachte opening. Veel voorstellingen die nu gemaakt worden, vertrekken van een bepaalde theorie en passen die dan toe. Zo wordt een voorstelling een illustratie van een theorie en vice versa. Die val willen we vermijden. Wat ons interesseert is waar de theorie en de werkelijkheid van de vertoning tegen elkaar schuren.'
Vermenging
Het gesprek komt zo op de nieuwe voorstelling 'As you like it / The art of self-defense I' die deze week in Brussel te zien is. Net als 'In Ex Haustible' werd het basismateriaal ontleend. Alleen is het hier extreem divers. Aan de ene kant heb je uitingen van 'trash'-cultuur zoals muziek van Dépeche Mode en films van Bruce Lee. Aan de andere kant werd de voorstelling volgestouwd met monumenten van 'high-brow'-cultuur: teksten van Jacques Lacan of muziek van Erik Satie en John Cage. Plischke: 'Die vermenging van hoge en lage cultuur was in de hoogdagen van de popcultuur, een kritische positie. Maar ondertussen is dat zozeer gemeengoed geworden dat die rol verdwenen is. Wat wij doen is de evidentie van die vermenging weer onderuit halen door te rotzooien met het materiaal dat we aantreffen. We tonen hoe de dingen in elkaar zitten, hoe hun effecten geproduceerd worden, zonder het over de intrinsieke inhoud te hebben. Zo hebben we ooit dagen na elkaar samen Lacan zitten lezen, en het effect was dat we niet meer bijkwamen van het lachen. Door het steeds opnieuw lezen van steeds dezelfde passages gaat de betekenis ervan immers schuiven. Het gaat op de duur niet meer over het beeld of de inhoud maar over de sensatie die dingen op zichzelf opwekken. Dat is waar deze voorstelling op uit is: dat de woorden en de bewegingen zichzelf verdedigen om zichzelf. Je kan de titel van het stuk immers ook lezen als 'de kunst van het zelf om zich te verdedigen'. Wie in deze voorstelling zal zoeken naar een vastomlijnde betekenis zal totaal gefrustreerd worden. Het gaat om het plezier om verzadigd te worden met sensaties, en dat is onmogelijk zodra je ze wil vastleggen en benoemen.'
Plischke en Deufert wijden lang uit over de precieze toedracht van het stuk, dat net als de laatste BDC-voorstelling '(RE)SORT' veel weg lijkt te hebben van een eindeloze reeks valstrikken. Deze keer hoef je echter niet deel te nemen aan de actie. Daar staat tegenover dat de kijker de duur van de voorstelling bepaalt, al is de minimumduur zowat vijfenzeventig minuten. Plischke: 'Ons uitgangspunt was een lange, complexe bewegingszin. Die voerden we uit terwijl we precies beschreven wat we aan het doen waren. Dat ligt niet steeds voor de hand, zodat je je toevlucht moet nemen tot vergelijkingen. Zo ontstond een spel van verwijzingen naar films en teksten. Dat spel ging een eigen leven leiden waarin de ene verwijzing op de andere gestapeld werd. Om te weten hoe we daar weer uitgeraakt zijn moet je het stuk echter zien_'
THOMAS PLISCHKE
'As you like it / The art of self-defense' in BSBbis in de Kazernestraat in Brussel op 16 en 17 mei, telkens om 20u.30. Info en reservaties: 02/513.82.90 of www.beursschouwburg.be . Op 18 mei opent de tentoonstelling van de video-installatie 'Shaving' in het 'modulaire museum' aan de Kolenkaai in Brugge, waar ook werk van Frank Theys en Kas Oosterhuis + Ilona Lenaerts te zien is. Openingsuren elke dag van 11 tot 18u., behalve maandag.