Alexander Baervoets wil signatuur uitwissen
GENT -- Tussen de choreografieën Blauw uit 1994 en het nieuwe The mapping of Canada van Alexander Baervoets liggen zes jaar die zijn carrière als choreograaf omspannen. Hoewel Blauw op het eerste gezicht een sterk theoretisch experiment in improvisatiemethodes lijkt, werd voor deze herneming de oorspronkelijke cast terug samengebracht. Geen toeval.
Enid Gill, Rosa Hermans en Natalie McDonnell voeren basisfiguren uit, verdeeld in vier bewegingen, volgens een op voorhand niet bepaalde volgorde, snelheid of richting.
Daarbij hebben ze nu meer vrijheden dan bij de eerste voorstellingen. Dat verandert niet zo heel veel aan het totaalbeeld, met die kleine maar belangrijke uitzondering dat de eigenheid van de danseressen nu sterker tot uitdrukking komt in de details van de uitvoering.
De herneming van dit stuk met de oorspronkelijke cast laat vermoeden dat de choreograaf dit ook wil: hij gaat steeds verder in het exploreren van net die eigenheid, individualiteit van dansers, eerder dan op het onderzoek van abstracte improvisatieschema's.
The mapping of Canada toont dat ten overvloede aan. Je kunt deze voorstelling niet duiden vanuit een abstract esthetisch principe. Daarvoor komt er hier te veel en te ongelijksoortig materiaal samen.
Dat vloeit logisch voort uit de basisopzet van dit stuk. Baervoets wil choreograferen zonder zijn stijl of signatuur op te leggen, maar door te vertrekken vanuit de eigenheid van de dansers zelf. Een radicalisering dus van wat in Blauw enkel impliciet aanwezig is.
Baervoets nodigde David Hernandez, die eerder danste bij Meg Stuart en ook zelf al werk presenteerde, uit om mee te werken. Toch voel je dat het Baervoets is die hier "thuis" is: The mapping laat zich onder andere lezen als een territoriumstrijd, waarbij Hernandez de stoorzender is in de wereld van Baervoets.
De scène verwijst ook naar het huiselijke, door een fauteuil met een kistje met een asbak en glazen ernaast vooraan op de scène. Bij het begin zet Baervoets bovendien, op een droogkomische manier, een basistraject uit op de scène door een hoop krantenknipsels een na een over de vloer uit te strooien nadat hij ze vluchtig overlopen heeft.
Daarna volgen allerlei acties: houterig heen en weer drentelen, lopen op handen en voeten als een aap en op een bepaald ogenblik zelfs, uit stukken krant op de grond, bootjes vouwen. Er ontstaan grillige associaties, bijvoorbeeld met een kinderwereld, en misschien ook met de evolutie van de mens.
Een klankfragment waarin we John Cage horen zeggen dat hij zich niet kan voorstellen dat alleen de aarde levende wezens heeft voortgebracht, werkt dat laatste in de hand.
Hernandez sluit soms wel even aan bij deze in zichzelf gekeerde wereld, maar lijkt gaandeweg steeds meer op de spreekwoordelijke olifant in de porseleinen winkel met zijn meer energieke bewegingsstijl. Dat voert naar bruuske conflicten.
Om beurt zetten ze ook muziek op om de dans te begeleiden. Alweer erg uiteenlopend werk, van techno over Joni Mitchell tot Sweelinck, gespeeld door Glenn Gould.
Het stuk eindigt in een onbesliste chaos, met de krantenknipsels wijd verspreid over het hele scènevlak. Baervoets verdwijnt door een deur achter de scène van de Domzaal, Hernandez doet nog even voort, en roept Baervoets terug om de klankinstallatie af te zetten.
En dat is het bevreemdende einde van een tamelijk desoriënterende voorstelling. Wellicht is ze slechts een eerste stap in een complex onderzoek naar een alternatieve manier van choreograferen.
Nog vanavond om 20 uur in Vooruit in Gent, tel. 09-267.28.28, daarna op tournee in enkele culturele centra.