Universum van klank en lichamen : Choreografe Trisha Brown zet tijd even stil in deSingel
Antwerpen -- Het programma waarmee de Trisha Brown Company in deSingel staat, geeft een heel mooi beeld van de manier waarop zij probeert te choreograferen op muziek. De avond omvat Twelve Ton Rose op muziek van Webern, M.O. naar het Musikalisches Opfer van Bach en de solo If you couldn't see me. Je wordt volledig ingepakt door dit universum van klank en lichamen. Alsof de tijd even stil staat.
Brown is altijd een meester geweest in het opbouwen van vernuftige structuren. Op een ogenschijnlijk vanzelfsprekende manier kan ze complexe figuren tussen dansers tevoorschijn toveren en weer laten oplossen. Ze weet de kijker steeds een bijzondere ervaring mee te geven van de ruimte waarin de dansers bewegen, zodat zelfs een lege scène een aparte betekenis krijgt. In dat opzicht heeft ze een structuur van buitenaf, zoals die gegeven wordt door een muzikale partituur, niet echt nodig.
Dialoog
Je ziet dan ook dat ze vaak erg vrij omgaat met de gegevens van de muziek nu ze die, in tegenstelling tot al haar vroegere werk, toch als leidraad gebruikt. De informatie die uit de muziek voortkomt, vormt als het ware de aanleiding voor een eigen improvisatie met structuren en vormen. Daarbij wordt de muziek geen geweld aangedaan. Veeleer ontstaat er een dialoog tussen wat de muziek en de dans elk apart kunnen meedelen.
Dat is vooral opvallend in Twelve Ton Rose, het stuk dat al wel in Charleroi maar nog niet eerder in Vlaanderen te zien was. De muziek van Webern, Vijf bewegingen voor strijkkwartet opus 5, Vier stukken voor viool en piano opus 7 en Strijkkwartet opus 28, is uiteraard bijzonder complex. De finesses van alle operaties die Webern uitvoert op akkoordschema's, op ritmen en melodieën zijn op het eerste gehoor nauwelijks te achterhalen. Maar toch voel je het web dat zich ontspint tussen de spaarzame klanken die achter elkaar de ruimte vullen.
De choreografie bouwt daarnaast, in haar eigen ritme en muzikaliteit, een parallel verhaal op. Spaarzaam komen de eerste dansers tevoorschijn, de mannen in het rood, de vrouwen in een zwart kleed waaraan een intrigerende rode draad bevestigd is. Via hun armbewegingen blijkt deze rode draad het kleed op te trekken en een rode maillot eronder te tonen.
De eerste bewegingen, vloeiend, maar precies gedefinieerd, ontwikkelen zich al snel tot een zeer geraffineerd spel van patronen en lijnen die doorschuiven tussen de verschillende vertolkers. Er zijn verrassende vondsten van op- en afgangen. Zo sleept een groep dansers, als een wind die over het podium waait, plots een soliste mee. De achterblijvers zetten een nieuwe beweging aan.
Al deze patronen worden ondersteund door een vernuftige belichting van Spencer Brown. Van een wazige lichtvlek tegen een gitzwarte achtergrond wordt de ruimte van de dans geleidelijk een nauw gedefinieerd rechthoekig vlak, om dan weer op te lossen in een allesomvattende belichting.
De grote kwaliteit van de voorstelling is het buitengewone samengaan van Trisha Browns zin voor detail, met talloze verrukkelijke oplossingen voor kleine compositorische problemen, en een bijna onmerkbare maar krachtige totaalstructuur. Een mooie avond.
Nog te zien vanavond om 20 uur in de Rode zaal van deSingel in Antwerpen.