Hoe verbeelding dans wordt: Emio Greco met solo in het Stuc
LEUVEN -- Niet zo lang geleden trad danser Emio Greco nog op in een werk van choreograaf Saburo Teshigawara, maar zijn glorieuze moment was zijn aanwezigheid in Da un'altra faccia del tempo van Jan Fabre. Daarin bracht hij een wellustige belichaming van een duivel, en een memorabele weergave van de doodsstrijd van een paard. Met regisseur Pieter C. Scholten werkte hij het afgelopen jaar aan de solo Fra cervello e movimento bianco.
De titel verwijst naar de relatie tussen het brein -- cervello -- en de beweging. Dans is meer dan een technische aangelegenheid, waarbij voldoende oefening op de duur de juiste automatismen teweeg brengt. Het vergt verbeelding, een bepaalde mentale inspanning om een bewegingsfiguur te laten overtuigen. Zoals hij bij Fabre al bewees, is Greco daar een meester in.
De voorstelling opent met een verblindende lichtflits in het donker. Na deze overdonderende openingszet wordt de volledig witte scène langzaam uitgelicht. In de achtergrond verschijnt Greco's hoofd, met kersen achter zijn oren, van achter een wit zeil. Hij lijkt onzeker poolshoogte te nemen vooraleer hij echt zijn opwachting maakt in een kort, wit harig kleed tot net boven zijn knieën.
Hij probeert stuntelig enkele klassieke passen uit, maar het gekke is dat zijn hoofd als het ware los staat van zijn lichaam. Nerveus draait het omhoog van links naar rechts, terwijl de lippen prevelen -- alsof de danser zich probeert te herinneren hoe het hem geleerd is. De kortsluiting tussen het hoofd en het lichaam brengen een potsierlijke dans voort. De saterachtige verschijning die schijnbaar verwijst naar beroemde balletvoorbeelden, faalt hier jammerlijk. Aan die toestand komt pas een einde als Greco de kersen in zijn ogen stopt. Hij sluit zich af van de buitenwereld en volgt alleen zijn innerlijke verbeelding, kan je je indenken.
En van dat ogenblik af doorloopt hij een bijzonder intrigerende reeks metamorfoses.
De eerste daarvan, en in zeker opzicht ook de meest indrukwekkende, is die van een haan. Het duurt enkele ogenblikken vooraleer je het vreemde geflapper met armen en benen, en -- alweer -- het nerveuze draaien van het hoofd met een starre blik kan thuisbrengen. Maar als Greco enig gekakel voortbrengt is er geen twijfel meer over welk dier hij toont. Hij doet dat zo overtuigend dat je bijna vergeet dat hier een mens aan het dansen is.
Dadelijk daarna verandert hij echter volledig van register. Met een pruikje op het kale hoofd, en nog steeds in zijn wollen kleed, vliegt hij als een volleerd musicaldanser wervelend over de scène op de tonen van een vlot rockende song.
Intermezzo
Dit showmunmer is als een soort intermezzo. Het lijkt indrukwekkend, maar eigenlijk wordt dit soort dans op automatische piloot gemaakt, lijkt de voorstelling te suggereren. Hierna maakt Greco het zich heel wat moeilijker. Een keer door zijn handen onafhankelijk van zijn lichaam te laten bewegen, een andere keer door de voorstelling gewoon stil te leggen. Vriendelijk verzoekt hij her publiek een beetje naar links en rechts te kijken of het programma te lezen. Ondertussen concentreert hij zich, met zijn rug naar het publiek op een volgende dans.
Deze finale, gevolgd door een nogal komische interpretatie van Brels Ne me quitte pas toont het hele arsenaal van Greco's kunnen. Een uiterste beheersing van elke spier en elke beweging, die hem toelaten de meest onverwachte beelden en houdingen tevoorschijn te toveren met een schijnbaar vanzelfsprekend gemak. In deze finale legt het brein blijkbaar geen beperkingen meer op aan het bewegen, maar ontstaat juist een wonderlijke synergie tussen beide. De precisie van bewegen wordt een rechtstreeks uitvloeisel van de rijkdom van de dansende verbeelding.
Emio Greco is nog te zien op Festival De Beweeging, op 6 en 7 maart. Inlichtingen: 03-233.71.60.